ancsosa
Tot de n-e generatie.
1 . Angniesje Poort, geboren op 7 oktober 1842, Bunschoten, gestorven op 30 maart 1845, Bunschoten (leeftijd bij overlijden: 2 jaar oud).
2 . Jacobus (zwarte Kobus) Poort, geboren op 29 augustus 1806, Bunschoten, gestorven op 30 januari 1893, Bunschoten (leeftijd bij overlijden: 86 jaar oud), Veehouder. [Aantekening 2]
... -(X2) :
gehuwd op 26 april 1850, Bunschoten, met ...
...
Mengsje Schaap, geboren in 1826, gestorven op 30 november 1893, Bunschoten (leeftijd bij overlijden: 67 jaar oud)
...
dochter van Harmen Schaap 1798-1861 en
Trijntje Blokhuis 1798-1881
... hieruit :
... gehuwd op 29 april 1837, Bunschoten, met ...
3 . Beertje Huijgen, geboren op 25 februari 1814, gestorven op 31 maart 1848, Bunschoten (leeftijd bij overlijden: 34 jaar oud). [Aantekening 3]
... hieruit :
4 . Frank Poort, geboren op 23 februari 1774, Bunschoten, gestorven op 1 december 1825, Bunschoten (leeftijd bij overlijden: 51 jaar oud), Veehouder. [Aantekening 4]
... gehuwd met ...
5 . Maria Wildeman, geboren op 1 januari 1780, Bunschoten, gestorven op 19 februari 1864, Bunschoten (leeftijd bij overlijden: 84 jaar oud).
... hieruit :
6 . Klaas Huijgen, geboren op 21 februari 1768, gestorven op 31 maart 1857 (leeftijd bij overlijden: 89 jaar oud).
... gehuwd op 19 mei 1799, Bunschoten, met ...
7 . Angniesje van Twiller, geboren op 14 april 1777, Nijkerk, gedoopt op 16 april 1777, Nijkerk, gestorven op 24 juni 1868, Bunschoten (leeftijd bij overlijden: 91 jaar oud). [Bron 7]
... hieruit :
8 . Jacob Poort, geboren op 28 december 1738, Bunschoten, gestorven op 21 augustus 1808 (leeftijd bij overlijden: 69 jaar oud), Veehouder, Dagloner, Koopman, Vrachter.
... gehuwd op 17 mei 1767, Bunschoten, met ...
9 . Rentje Weeg, geboren op 21 augustus 1735, Bunschoten, gestorven op 27 maart 1793 (leeftijd bij overlijden: 57 jaar oud).
... hieruit :
10 . Wouterus Wildeman, Schepen Bunschoten, geboren op 26 januari 1749, Bunschoten, gestorven op 29 juni 1814, Bunschoten (leeftijd bij overlijden: 65 jaar oud), Veehouder te Spakenburg. [Aantekening 10]
... gehuwd op 13 november 1775, Bunschoten, met ...
11 . Willempje Vedder, geboren op 1 juni 1755, Bunschoten, gestorven, Bunschoten.
... hieruit :
12 . Louw Huijgen, geboren op 18 mei 1732, gestorven op 18 februari 1811, Eemdijk (leeftijd bij overlijden: 78 jaar oud), Veehouder te Eemdijk. [Aantekening 12]
... -(X2) :
gehuwd op 11 februari 1787 met ...
...
Jannetje Huijgen, geboren op 18 november 1742, gestorven
(peetdochter :
Willempje Varenkamp 1769-1840)
...
dochter van Gerrit Carels Huijgen 1709-1778/ en
Jaapje Gijsberts Schouten †1778
...
... gehuwd op 4 mei 1766 met ...
13 . Stijntje Bakkenes, geboren op 15 april 1731, Voorthuizen, gestorven.
... hieruit :
... -(X1) :
gehuwd met ...
...
Hemich Warneke, geboren in 1765, gestorven
...
14 . Carel Barten van Twiller, geboren op 8 januari 1741, Nijkerk, gestorven op 25 december 1843, Nijkerk (leeftijd bij overlijden: 102 jaar oud). [Aantekening 14]
... gehuwd op 14 april 1775, Nijkerk, met ...
15 . Beerdje Jansen van Drie, geboren circa 28 februari 1751, Nijkerk, gestorven. [Bron 15]
... hieruit :
16 . Pieter Jansz Poort, geboren op 22 oktober 1702, Bunschoten, gestorven in 1745 (leeftijd bij overlijden: 43 jaar oud).
... gehuwd op 15 april 1728, Bunschoten, met ...
17 . Marritje Blokhuis, geboren in mei 1708, Bunschoten, gedoopt op 6 mei 1708, Bunschoten, gestorven in 1753, Bunschoten (leeftijd bij overlijden: 45 jaar oud). [Bron 17]
... hieruit :
... -(X2) :
gehuwd op 25 november 1753, Bunschoten, met ...
...
Jan Frederiks, geboren op 20 augustus 1713, Garderen, gestorven op 2 april 1793, Bunschoten (leeftijd bij overlijden: 79 jaar oud) [Bron 17x2]
...
zoon
van Frederik Janszen Frederiks en
MArritje Jans
...
20 . Geurt Jansz ****** stamvader Bunschoter geslacht ******* Wildeman, geboren, Nekkeveld, gestorven in 1776, Bunschoten.
... gehuwd op 27 januari 1732, Bunschoten, met ...
21 . Gerritje van Halteren, geboren op 1 januari 1707, gestorven.
... hieruit :
22 . Pieter Vedder, geboren op 25 maart 1725, Nijkerk, gestorven in 1766, Bunschoten (leeftijd bij overlijden: 41 jaar oud), Winkelier, Raad,Schepen,Diaken.
... gehuwd op 21 juni 1750 met ...
23 . Maria de Ruijter, geboren op 19 mei 1709, gedoopt op 2 oktober 1712, gestorven na 1783.
... hieruit :
24 . Claes Louwes Huijgen, geboren op 7 december 1690, gestorven op 11 januari 1758 (leeftijd bij overlijden: 67 jaar oud).
... gehuwd met ...
25 . Mengsje van Oudenaller, gedoopt op 16 december 1694, gestorven op 8 februari 1763 (leeftijd bij overlijden: waarschijnlijk 68 jaar oud). [Aantekening 25]
... hieruit :
26 . Aris Bakkenes.
... gehuwd met ...
... hieruit :
28 . Bart Geurtse van Twiller, alias II Tak 2.5, geboren op 1 december 1707, Nijkerk, gestorven op 9 september 1781, Nijkerk, begraven op 13 september 1781, Nijkerk (leeftijd bij overlijden: 73 jaar oud). [Bron 28]
... gehuwd op 25 april 1736, Nijkerk, met ...
... hieruit :
32 . Jan Cnelissen Poort, geboren circa 1666, gedoopt op 16 december 1674, gestorven voor 29 juli 1734, Tapper, voerman. [Aantekening 32]
... gehuwd op 27 januari 1695, Bunschoten, met ...
33 . Meijnsjen Jacobs, gestorven na 18 april 1731.
... hieruit :
... -(X1) :
gehuwd op 19 maart 1682, Bunschoten, met ...
...
Peter Huijgen, geboren, Nijkerk, gestorven op 30 juni 1694, Bunschoten
... hieruit :
34 . Jacobus Blokhuis, geboren op 9 juni 1678, Bunschoten, gedoopt op 13 juni 1678, Bunschoten, gestorven op 28 maart 1710, Bunschoten (leeftijd bij overlijden: 31 jaar oud). [Bron 34]
... gehuwd op 28 februari 1706, Harderwijk, met ...
35 . Lutje Gerrits, geboren circa 1675, Harderwijk, gestorven. [Bron 35]
... hieruit :
... -(X2) :
gehuwd op 26 oktober 1710, Bunschoten, met ...
...
Thonis Poort, geboren op 10 december 1674, Bunschoten, gedoopt op 16 december 1674, gestorven [Bron 35x2]
...
zoon
van Cornelis Pietersen Poort ca 1641-1675/ en
Hendrickjen Jans
...
40 . Jan Wildeman.
... gehuwd met ...
... hieruit :
42 . Evert Wouters van Halteren, Burgemeester Bunschoten, geboren op 25 december 1678, Bunschoten, gestorven circa 1751 (leeftijd bij overlijden: waarschijnlijk 73 jaar oud). [Aantekening 42]
... gehuwd op 18 juni 1702, Putten, met ...
43 . Dreesie Reijers Vermeer, geboren in februari 1676, Elspeet, gedoopt op 9 februari 1676, Elspeet, gestorven.
... hieruit :
44 . Jacob Petersz Vedder, gedoopt op 11 oktober 1703, Nijkerk, gestorven, Veehouder.
... gehuwd op 9 april 1724, Putten, met ...
45 . Willempje Aarts, gestorven circa 1732.
... hieruit :
46 . Melis de Ruijter, Schepen Bunschoten, Burgemeester Bunschoten, geboren in mei 1673, Edam, gedoopt op 21 mei 1673, Edam, gestorven op 17 februari 1738, Bunschoten (leeftijd bij overlijden: 64 jaar oud), Schepen, Burgemeerster, Diaken, Hoogheemraad. [Bron 46]
... gehuwd op 23 december 1694, Bunschoten, met ...
47 . Anna Felbier, geboren in oktober 1674, Bunschoten, gedoopt op 25 oktober 1674, Bunschoten, gestorven circa 1728 (leeftijd bij overlijden: waarschijnlijk 54 jaar oud). [Bron 47]
... hieruit :
48 . Louw Huijgen, geboren in 1659, Bunschoten, Eemdijk, gestorven op 9 februari 1713, Bunschoten, Eemdijk (leeftijd bij overlijden: 54 jaar oud).
... -(X2) :
gehuwd op 30 april 1699 met ...
...
Marretie Harmens, geboren, Ermelo
... hieruit :
... -(X3) :
gehuwd op 6 maart 1707 met ...
...
Hendrikie Jacobsz Boekoer, geboren, Ermelo, gestorven op 9 mei 1707
... hieruit :
... -(X4) :
gehuwd op 29 januari 1713 met ...
...
Aaltje Pieters Heemstra
...
... gehuwd op 2 maart 1690 met ...
49 . Aeltjen Claes, geboren op 21 januari 1655, gestorven.
... hieruit :
50 . Claes van Oudenaller, gestorven op 6 augustus 1718.
... gehuwd op 24 januari 1692 met ...
51 . Trijntje Cornelis, geboren, Eemdijk.
... hieruit :
56 . Geurt Aerts van (Geurt Aertse Koeboer) Twiller, alias II Tak 1, geboren op 8 juni 1670, Nijkerk, gedoopt op 8 juni 1670, Nijkerk, gestorven. [Bron 56]
... gehuwd op 12 maart 1699, Nijkerk, met ...
57 . Geertien Everts, geboren op 26 december 1677, Nijkerk, gestorven.
... hieruit :
64 . Cornelis Pietersen Poort, geboren circa 1641, gestorven na 18 mei 1675, Schuitenmaker.
... gehuwd met ...
... hieruit :
68 . Rijck Blokhuis, geboren op 30 maart 1645, Nijkerk, gestorven op 20 maart 1681, Bunschoten (leeftijd bij overlijden: 35 jaar oud), Veehouder. [Aantekening 68]
... -(X1) :
gehuwd op 13 oktober 1672, Bunschoten, met ...
...
Gerritjen Gerrits, geboren in 1640, gestorven [Bron 68x1]
... hieruit :
... gehuwd op 27 februari 1676 met ...
69 . Ellertjen Ellerts, geboren op 3 januari 1648, Nijkerk, gestorven voor 1686, Bunschoten. [Bron 69]
... hieruit :
... -(X2) :
gehuwd in 1681, Bunschoten, met ...
...
Gerrit Jans Knaap [Bron 69x2]
...
70 . Gerrit Jacobs.
... gehuwd met ...
... hieruit :
84 . Wouter Aarts van Halteren, geboren waarschijnlijk in 1605, gestorven, Boterkoper. [Bron 84]
... -(X2) :
gehuwd in 1664, Bunschoten, met ...
...
Nennitje Melis, geboren, Bunschoten
... hieruit :
... gehuwd op 1 juni 1690, Bunschoten, met ...
85 . Wichemoethen Everts, geboren, Nijkerk ?. [Bron 85]
... hieruit :
... -(X2) :
gehuwd op 1 juni 1690, Bunschoten, met ...
...
Jochem Kuijp, geboren op 16 december 1666, Nijkerk, gestorven na 1724 [Aantekening 85x2]
...
... -(X3) :
gehuwd op 1 juni 1690, Bunschoten Spakenborgh, met ...
...
Jochem Evertsen [Bron 85x3]
...
86 . Reijer Jansen Vermeer, geboren op 17 november 1645, Barneveld, gestorven.
... gehuwd met ...
87 . Stijntje Decemers, geboren op 3 juli 1647, Nunspeet, gestorven.
... hieruit :
88 . Pieter Rijcksen Vedder, geboren in 1663, Van de Puterdijk, gestorven.
... gehuwd op 30 juli 1687, Nijkerk, met ...
89 . Aertjen Jacobs ************** Putterdijkse tak ************** Vedder, geboren op 3 mei 1663, Nijkerk, gestorven.
... hieruit :
92 . Ellert Melis de Ruijter, Bakker, Boterverkoper, Schepen. [Aantekening 92]
... gehuwd op 16 juli 1671, Bunschoten, met ...
93 . Trijntje Gijsberts van Oudenaller, geboren voor 1650, gestorven.
... hieruit :
94 . François Felbier, geboren op 9 juli 1649, Amsterdam, gestorven in 1701, Bunschoten (leeftijd bij overlijden: 52 jaar oud), Veehouder, Schepen, Ouderling,Hoogheemraad. [Aantekening 94]
... -(X2) :
gehuwd op 9 mei 1694, Bunschoten, met ...
...
Johnna van Gelder, gestorven, Amsterdam [Bron 94x2]
...
... gehuwd op 16 april 1671, Bunschoten, met ...
95 . Anna Isenhagius, geboren in 1646, Amsterdam, gestorven.
... hieruit :
96 . Claes Cornelisz Huijgen, geboren circa 1585, Eemdijk, gestorven na 1696, Veehouder nog vermeld in 1696.
... gehuwd in 1659 met ...
97 . Aeltjen Killen, geboren, Eemdijk.
... hieruit :
100 . Reijer Gijsbertsen van Oldenaller, gestorven na 1675.
... gehuwd, Eemdijk, met ...
... hieruit :
112 . Aert Jans, Schoenmaker in de Veenestraat Nijkerk. [Aantekening 112]
... gehuwd voor 1649 met ...
113 . Reintgen Gosens van (*** stammoeder van de Nijkerker tak *****) Twiller, geboren op 23 maart 1628, Nijkerk, gestorven na 1671. [Aantekening 113]
... (De vrouw geeft de familie naam door), hieruit :
128 . Pieter Poort.
... gehuwd met ...
... hieruit :
136 . Jacob Rijckszn *********** Stamvader Bunschoter tak ************** Blokhuis, geboren in 1620, Bunschoten, gestorven circa 1680, Bunschoten (leeftijd bij overlijden: waarschijnlijk 60 jaar oud). [Aantekening 136]
... gehuwd in 1645 met ...
137 . Grietje Gijsberts, geboren in 1620, gestorven na 1655.
... hieruit :
168 . Aert van Halteren, geboren waarschijnlijk in 1580, gestorven. [Bron 168]
... gehuwd met ...
... hieruit :
172 . Jan Grrrits Vermeer, geboren in 1619, Elspeet, gestorven in 1655 (leeftijd bij overlijden: 36 jaar oud). [Bron 172]
... gehuwd in 1644 met ...
173 . Driesjen Reijers, geboren in 1623, gestorven in 1655 (leeftijd bij overlijden: 32 jaar oud). [Bron 173]
... hieruit :
... gehuwd met ...
... (van de Putterdijk), hieruit :
178 . Jacob Gerrits Vedder, geboren op 29 januari 1637, Nijkerk, gestorven.
... gehuwd op 25 maart 1658, Nijkerk, met ...
179 . Lijsbeth Jans, geboren in 1674, gestorven.
... hieruit :
184 . Melis Bessels de Ruijter, gestorven op 2 april 1663, RA Test.
... gehuwd met ...
... hieruit :
186 . Gijsbert Oudenaller, gedoopt waarschijnlijk in 1615.
... gehuwd met ...
... hieruit :
188 . Johannes Felbier, geboren in april 1626, Amsterdam, gedoopt op 30 april 1626, Amsterdam, gestorven, begraven voor 1671 , Varensgezel, later Makelaar te Amsterdam. [Aantekening 188]
... -(X2) :
gehuwd met ...
...
Anna van der Walle
... hieruit :
... gehuwd op 5 juni 1649, Amsterdam, met ...
189 . Anna Corneliss van Zandvliet, geboren in maart 1628, Amsterdam, gedoopt op 26 maart 1628, Amsterdam, gestorven voor 1655. [Bron 189]
... hieruit :
190 . Guilhielmus Isenhagius, Dominee Bunschoten, Ds. , gestorven in 1661, Predikant te Bunschoten. [Aantekening 190]
... -(X1) :
gehuwd, Bunschoten, met ...
...
Judith van Hamelsbergen, geboren, Bunschoten
...
dochter van lambert Lenaertsz van Hamelsbergen, Schout Bunschoten en
Grietge Godtschalcks van Dasseler †1634
... hieruit :
... -(X3) :
gehuwd op 10 juli 1648, Amsterdam, met ...
...
Susanne Hustaert
...
dochter van Fransoij Hustaert en
Susanne Smetsaert
...
... gehuwd met ...
191 . Maria Paes, geboren, Amsterdam.
... hieruit :
192 . Cornelis Huijgen, geboren tussen 1550 en 1565, gestorven.
... gehuwd met ...
... hieruit :
226 . Goosen Gortz van Twiller, alias Goosen Geerts Twijler, geboren in 1594, Nijkerk, gedoopt, RK, gestorven in maart 1639, Nijkerk, begraven op 19 maart 1639, Nijkerk (leeftijd bij overlijden: 45 jaar oud). [Aantekening 226]
... gehuwd op 28 februari 1619, Nijkerk, met ...
227 . Enneken Gerritsdr Collert, gestorven op 20 juni 1646, Nijkerk. [Bron 227]
... hieruit :
272 . Rijckert Blokhuis, geboren in 1590, Bunschoten, gestorven.
... gehuwd met ...
... hieruit :
344 . Gerrit Jans (den Olden) Vermeer, geboren in 1587, Elspeet, gestorven in 1651 (leeftijd bij overlijden: 64 jaar oud), Zaalweerbezitter. [Bron 344]
... gehuwd met ...
345 . Luitje Reijers, geboren in 1590, gestorven. [Bron 345]
... hieruit :
356 . Gerrit Aerts Vedder, geboren op 22 mei 1599, Nijkerk, gestorven.
... gehuwd met ...
... hieruit :
376 . François (de Jonge) Felbier, geboren in 1582, gestorven. [Aantekening 376]
... gehuwd op 17 juli 1610, Amsterdam, met ...
377 . Dorothea Pieters, geboren in 1582, Bergen, gestorven na 1652, Amsterdam.
... hieruit :
378 . Cornelis van Zandvliet, geboren in 1600, Hamburg, gestorven. [Aantekening 378]
... gehuwd op 28 mei 1626, Amsterdam, met ...
379 . Sara de Brull, geboren in 1605, Deventer, gedoopt in 1605, gestorven. [Bron 379]
... hieruit :
452 . Gort Aelts van Twiller, geboren voor 1561, Nijkerk, gestorven voor maart 1601. [Aantekening 452]
... gehuwd circa 1590 met ...
453 . Reinike Ardts van Slichtenhorst, gestorven na maart 1610. [Aantekening 453]
... hieruit :
... gehuwd met ...
... hieruit :
688 . Jan Jans Vermeer, geboren in 1562, gestorven in 1629 (leeftijd bij overlijden: 67 jaar oud), zaalweerder van het "Aert te Jaestengoedt". [Bron 688]
... gehuwd met ...
689 . Anna Gerrits.
... hieruit :
712 . Aerdt Killen Vedder, geboren circa 1568, Nijkerk, gestorven.
... gehuwd op 17 oktober 1593, Nijkerk, met ...
... hieruit :
752 . Franschois Felbier, geboren in 1550, gestorven. [Aantekening 752]
... gehuwd met ...
753 . Maijke van Lier, geboren in 1550, gestorven voor 1583.
... hieruit :
758 . Pieter de Brull, geboren in 1570, Rijssel, gestorven. [Aantekening 758]
... gehuwd met ...
759 . Catrijne Hermans, geboren in 1570, Aken, gestorven. [Aantekening 759]
... hieruit :
904 . Aelt Seghers van Twiller, geboren circa 1530, Nijkerk, gestorven circa mei 1561, Nog jong Overleden "van de watersucht als men verstaet" ( Long Oedeem), begraven (leeftijd bij overlijden: waarschijnlijk 31 jaar oud). [Aantekening 904]
... gehuwd met ...
905 . Truide Goosens van Westenappel.
... hieruit :
906 . Arendt Hermansz van Slichtenhorst, geboren circa 1565, Slichtenhorst, gestorven. [Bron 906]
... -(X2) :
gehuwd op 26 april 1618, Nijkerk, met ...
...
Goudje Henricks [Bron 906x2]
...
dochter van Henrick Heymans Beeckman en
? ?
...
... gehuwd, Nijkerk, met ...
907 . Grietgen van Wenckum, geboren in 1570, gestorven voor 1617. [Bron 907]
... hieruit :
908 . Wolter Gerrits Collert, geboren in 1532, Nijkerk, gestorven in 1566, Nijkerk (leeftijd bij overlijden: 34 jaar oud). [Bron 908]
... gehuwd met ...
909 . Bye Hendricks Beeckman, geboren in 1543, Nijkerk, gestorven. [Bron 909]
... hieruit :
1.376 . Jan **** stamvader van de Elspeetse tak ***** Vermeer, geboren in 1530, gestorven. [Bron 1376]
... gehuwd in 1550 met ...
... hieruit :
1.424 . Kil Aerdtse Vedder, geboren circa 1543, Nijkerk, gestorven.
... gehuwd met ...
... hieruit :
1.504 . Franschois Felbier. [Aantekening 1504]
... gehuwd met ...
... hieruit :
1.506 . Cornelis van Lier, geboren circa 1530, Antwerpen, gestorven voor 21 september 1583. [Aantekening 1506]
... gehuwd met ...
... hieruit :
... gehuwd met ...
... hieruit :
1.808 . Segher Ghijsberts van Twiller, geboren circa 1500, Nijkerk, gestorven. [Aantekening 1808]
... gehuwd met ...
1.809 . Goude Maessen. [Aantekening 1809]
... hieruit :
1.810 . Gosen van Westenappel, gestorven in 1555, Abstman van Paderborn. [Aantekening 1810]
... gehuwd met ...
... hieruit :
1.812 . Herman van Slichtenhorst.
... gehuwd met ...
... hieruit :
1.816 . Gerrit Collert, geboren in 1491, Nijkerk, gestorven in 1526, Nijkerk (leeftijd bij overlijden: 35 jaar oud).
... gehuwd met ...
... hieruit :
1.818 . Hendrick Peelen Beeckman, geboren in 1500, Nijkerk, gestorven. [Bron 1818]
... gehuwd met ...
... hieruit :
2.848 . Aerdt ************** Nijkerker Tak ************ Vedder. [Aantekening 2848]
... gehuwd met ...
... hieruit :
3.008 . Gilles Felbier. [Aantekening 3008]
... gehuwd met ...
... hieruit :
3.616 . Ghijsbert van Twiller, geboren waarschijnlijk in 1470, gestorven, Leenman in 1520. [Aantekening 3616]
... gehuwd met ...
... hieruit :
3.624 . Elbert van Slichtenhorst. [Bron 3624]
... gehuwd met ...
... hieruit :
3.632 . Elbert Collert, geboren in 1466, Nijkerk, gestorven in 1513, Nijkerk (leeftijd bij overlijden: 47 jaar oud). [Bron 3632]
... gehuwd met ...
3.633 . Goete ??, gestorven in 1505, Nijkerk. [Bron 3633]
... hieruit :
3.636 . Peel Woltersen Beeckman, geboren in 1463, Nijkerk, gestorven in 1526, Nijkerk (leeftijd bij overlijden: 63 jaar oud). [Bron 3636]
... gehuwd met ...
3.637 . Bye Killen van Vaneveld, geboren in 1471, Putten, gestorven in 1530, Putten (leeftijd bij overlijden: 59 jaar oud). [Bron 3637]
... hieruit :
7.232 . Jacob van Twiller, geboren waarschijnlijk in 1440, gestorven ((op document genoemd 1429-85)). [Aantekening 7232]
... gehuwd met ...
... hieruit :
7.264 . Gerrit Collert, geboren in 1437, Nijkerk, gestorven. [Bron 7264]
... gehuwd met ...
... hieruit :
7.274 . Kille van Vaneveld, geboren in 1434, Putten, gestorven in 1484, Putten (leeftijd bij overlijden: 50 jaar oud). [Bron 7274]
... gehuwd met ...
... hieruit :
14.464 . Jacob van Twiller, geboren circa 1392, gestorven, leenman in 1439. [Aantekening 14464]
... gehuwd met ...
... hieruit :
14.528 . Elbert Collert, geboren in 1401, Nijkerk, gestorven. [Bron 14528]
... gehuwd met ...
14.529 . ? ?. [Bron 14529]
... hieruit :
14.548 . Jacob van Vaneveld, geboren in 1396, Putten, gestorven.
... gehuwd met ...
... hieruit :
28.928 . Gijsbert van Twiller, geboren waarschijnlijk in 1370, gestorven, leenman in 1429. [Aantekening 28928]
... gehuwd met ...
... hieruit :
29.056 . Ghert Collert, geboren in 1373, Nijkerk, gestorven. [Bron 29056]
... gehuwd met ...
29.057 . ? ?. [Bron 29057]
... hieruit :
29.096 . Thomas van Vaneveld, geboren in 1366, Putten, gestorven. [Bron 29096]
... gehuwd met ...
29.097 . ? ?. [Bron 29097]
... hieruit :
57.856 . Ghiselbert Jacobszoon van Twiller, geboren waarschijnlijk in 1345, gestorven na 1385, Hof van het gerecht Scherpenzeel, Tijnshouder. [Aantekening 57856]
... gehuwd met ...
... hieruit :
58.112 . Arnt Wolters de Erentel, geboren in 1341, Nijkerk, gestorven in 1407, Nijkerk (leeftijd bij overlijden: 66 jaar oud). [Bron 58112]
... gehuwd met ...
58.113 . ? ?. [Bron 58113]
... hieruit :
58.192 . Aelt Killen van Vaneveld, geboren in 1341, Putten, gestorven in 1414, Putten (leeftijd bij overlijden: 73 jaar oud). [Bron 58192]
... gehuwd met ...
58.193 . ? ?. [Bron 58193]
... hieruit :
115.712 . Jacob van *** Stamvader Twiller en Twillert *** Twiller, geboren waarschijnlijk in 1310, gestorven. [Aantekening 115712]
... gehuwd met ...
... hieruit :
116.224 . Wolterus de Erentel, geboren in 1313, Nijkerk, gestorven in 1399, Nijkerk (leeftijd bij overlijden: 86 jaar oud). [Bron 116224]
... gehuwd met ...
116.225 . ? ?. [Bron 116225]
... hieruit :
116.384 . Kille van Vaneveld, geboren in 1311, Putten, gestorven. [Bron 116384]
... gehuwd met ...
116.385 . ? ?. [Bron 116385]
... hieruit :
Leider van de opwekkingsbeweging de "Zwarten" die na de afscheiding de basis vormde voor de Christelijk Gereformeerden
3558 foto op blx 641 vwbjdr1
Melis van de Meulen
Zij overleed tijdens de geboorte van haar zoon Barend die enkele weken later ook overleed
Na de dood van Evert trouwde zij met zijn jongere broer Peter
Diaken, Ouderling,
Leider van de opwekkingsbeweging de "Zwarten" die na de afscheiding de basis vormde voor de Christelijk Gereformeerden
Zij overleed tijdens de geboorte van haar zoon Barend die enkele weken later ook overleed
1579 Heeeel oude foto op blz 344 vwnjdr 1
2181
Zij overleed tijdens de geboorte van haar zoon Barend die enkele weken later ook overleed
Leider van de opwekkingsbeweging de "Zwarten" die na de afscheiding de basis vormde voor de Christelijk Gereformeerden
Diaken, Ouderling,
raad, schepen,kerkmeester, hoogheemraad
Burgemeester, diaken
Burgemeester, Diaken
Diaken, Ouderling,
Louw bezat de meeste grond in Bunschoten Schepen, Ouderling
Woonde aan de Veenestraat (Lijst weerbare mannen)
Jan was als loteling in het leger van Napoleon opgenomen en sneuvelde tijdens de Russische veldtocht in Wittenberg (oost Duitsland)
Schepen
raad, schepen,kerkmeester, hoogheemraad
raad, schepen,kerkmeester, hoogheemraad
2779, 1604
Louw bezat de meeste grond in Bunschoten Schepen, Ouderling
Schepen, Burgemeester, diaken, Hoogheemraad
Louw bezat de meeste grond in Bunschoten Schepen, Ouderling
0203 - 592 (90 r) Twiller, Lambertus - Registratie testament - 15 februari 1783
Datering: 15 februari 1783
Toegangnummer: 0203
relatie tot persoon: gehuwd met Evertje van der Goot
relatie tot stuk: zijn echtgenote als erfgenaam
akte datum: 17 september 1782
Tussenvoegsel: van
Soort akte: Registratie testament
Voornaam: Lambertus
Achternaam: Twiller
Inventarisnummer: 592
Bladzijde: 90 r
woonde aan de Vetkamp (lijst weerbare mannen)
Gerrit komt 2x voor in het opvarenden boek van de VOC. Aangekomen met het schip De Drie Papagaaien op de Kaap waar hij overstapte op het schip Diemen op reis naar Azie. Of hij daar of onderweg is overleden is niet duidelijk Ook is niet bewezen dat het om dezelfde Gerrit gaat maar beide gekomen uit Nijkerk en hetzelfde schip.
Voornaam opvarende Gerrit
Tussenvoegsel opvarende van
Achternaam opvarende Twiller
Herkomst opvarende Nieuwkerk
Datum indiensttreding 03-10-1752
Functie bij indiensttreding Soldaat
Uitleg over functie Militair
Uitgevaren met het schip DIEMEN
Opgestapt op de kaap op schip De Drie Papegaaien
Opgestapt op de kaap Ja
Opgestapt op de kaap namens kamer Amsterdam
Datum uit dienst 1753-06-17
Waar uit dienst Azie
Reden uit dienst Kamer Amsterdam
Uitleg over reden einde dienstverband Opgestapt aan de Kaap, in dienst van kamer Amsterdam; werknemers die op de Kaap in dienst werden genomen, zijn in dienst bij kamer Amsterdam.
Schuldbrief Onduidelijk
Maandbrief Nee
Bronverwijzing Nummer toegang: 1.04.02, inventarisnummer: 6295, folionummer: 370
Voornaam opvarende Gerrit
Tussenvoegsel opvarende van
Achternaam opvarende Twiller
Herkomst opvarende Nieuwkerk
Datum indiensttreding 04-12-1750
Functie bij indiensttreding Soldaat
Uitleg over functie Militair
Uitgevaren met het schip Diemen
Datum uit dienst 1755-04-14
Waar uit dienst Azie
Reden uit dienst Overleden
Schuldbrief Ja
Maandbrief Nee
Bronverwijzing Nummer toegang: 1.04.02, inventarisnummer: 6261, folionummer: 175
Woonde aan de Holkerstraat
Woonde aan de Veenestraat (Lijst weerbare mannen)
0931 Kleine Sint Anna Gilde te Soest
Archief Eemland reageren
29 Kopie van het Extract koopconditie voor Aart van het Klooster dd 9 februari 1822, waarbij Johannes Smits, molenaar te Zoest, voor zichzelf en voor zijn moeder Elisabeth van Twiller, weduwe van Willem Smits, en van zijne huisvrouw Hendrina de Ridder verkoopt(publiek) aan Jan van het Klooster, landbouwer te Zoest, handelende voor zijn vader Aart van het Klooster, 500 roeden best hooiland zijnde de helft van 1000 roeden waarvan de wederhelft behoort aan het Sint Annagilde te Zoest, strekkende van de rivier de Eem tot aan de gragt, belend ten oosten en ten zuiden Aart Wantenaar, westen Rijk Stalenhoef en noorden den Eem
Datering: 1822
Omvang: 1 stuk
Volgens Andre Jansen
Arend en Jelis vetrokken naar amsterdam en voerden daar de naam Willes of Willis.
Volgens Andre Jansen
Arend en Jelis vetrokken naar amsterdam en voerden daar de naam Willes of Willis.
Hij krijgt van de Staten van Utrecht (349-56) op 17-03-1716 een vergunning om paard en chaisse te verhuren.
Cornelis voer voor de VOC op de Hogenes naar Batavia in Oost-Indie. 6 jaar later overleed hij in Semarang.
VOC - OpvarendenZoekpagina
DetailgegevensGegevens van Cornelis Jansz: Poort uit Bunschoten Datum indiensttreding: 19-02-1721 Datum uit dienst: 06-09-1728 Functie bij indiensttreding: Soldaat Reden uit dienst: Overleden Uitgevaren met het schip: Hogenes Plaats of schip: Azie Maandbrief: Nee Schuldbrief: Nee
Gegevens van de vaart Schip: Hogenes Vertrek: 19-02-1721 Kamer: Amsterdam Kaap: 25-05-1721 28-06-1721 Inventarisnummer: 5767 Folio: 195 Aankomst: 28-08-1721 Batavia DAS-en reisnr.: 2445.2
Raad, Schepen
Anthoni voer voor de VOC op de "Beverwijk" naar Indië en is op één van d reizen omgekomen. De VOC verzocht op 19 april 1731 het gemeentebestuur van Bunschoten om inlichtingen omtrent de nabestaanden van Anthoni ivm gage dat nog tegoed was.
Schepen, Burgemeester, Diaken, Ouderling, Hoogheemraad
Schepen, Hoogheemraad, Ouderling
In 1763 nog vermeld als herbergierster in de boedel van haar overleden eerste man Renger. Dit huis was tevens herberg genaamd "Het Lam" in de dorpsstraat in Bunschoten.
Renger was tweeling met Richard Schaap
Renger verdronk in een sloot achter Spakenburg
Pieter kocht de herberg van zijn zwager Aart van Halteren die het had overgenomen van Roelof Lange. Roelof verkreeg de herberg asl erfgenaam van zijn overleden vrouw, de weduwe van Reijer van Aken.
BH 2004/192
2779, 1604
2779, 1604
1095,1492
Hij krijgt van de Staten van Utrecht (349-56) op 17-03-1716 een vergunning om paard en chaisse te verhuren.
Geboren op de Bonte Poort aan de Laek
Schepen van 1662 tot 1663
Schepen, Burgemeester, Diaken, Ouderling, Hoogheemraad
Gestorven bij de geboorte van haar zoon Kil
Hooheemraad en ouderling in Bunschoten
Schepen, Burgemeester, Diaken, Ouderling, Hoogheemraad
Hendrik is de natuurlijke zoon van Jan van Salingen en Ariaantje Muller. na het overlijden van Jan huwde Ariaantje opnieuw met Cornelis Bast. Jan werd in het nieuwe gezin opgenomen en werd meestal Jan van Bast genoemd. Die naam is hij blijven voeren waardoor zijn nageslacht dus eigenlijk een verkeerde naam kreeg. Het nageslacht van Jan Bast heet dus eigenlijk van Salingen.
BH 2001
vader is Bessels BAkker van beroep en zo werd hij ook in de trouwakte vermeld
Francois en Anne vestigden zich na hun huwelijk in Bunschoten eerst in Amsterdam waar hun dochter werd gedoopt. Kort daarna keerden zij terug naar Bunschoten. In 1675 woonden zij daar aan de Dorpsstraat naast de Herv Pastorie
Lidmaten in Bunschoten op 1701, vertrokken naar Harderwijk april 1701, een jaar na hun huwelijk
Het gezin vertrok in 1701 met 5 kinderen naar Durgerdam
Jan (Johan, Johannes) van Twiller Referred to by Jeremias van Rensselaer as Neeff Jan van Twiller (cousin Jan van Twiller). He was probably a younger brother of Wouter van Twiller, or perhaps, of Aert Goossens van Twiller, who on July 26, 1663, executed in the colony a power of attorney to Mr. Peel van Hennedela (Peel van Hennekeler), schout at Nieukerck, to demand of his brother in law Aert Janz, shoemaker at Nieukerck, an accounting of the estate of his deceased father Goosen van Twiller and his mother Enneken.
http://vanhoesen.blogspot.com/
Munsell Albany Anals Vol 4 In Bevereijck were Johannes van Twiller, merchant, from 1643 until 1663 and Aert Goossens van Twillert from 1661 until 1684
----------- Nijkerks Tijnsboek folio 47
1706 Jan Aertse Schoemaker 1708. Gerrit Janse Schoemaker. Goert Goosens van Twiller. Goossen van Twijler op Slichtenhorst.
Schepen, Diaken, Ouderling
Geboren op de Bonte Poort aan de Laek
Schepen Kwam nog voor op de lijst van Haardstedengeld in 1718 (Putman-Burgman)
Woonde op de hoek van de Dorpstraat en de Burgwalop de boerderij met de naam Bluckhuijs
vader is Bessels BAkker van beroep en zo werd hij ook in de trouwakte vermeld
vader is Bessels BAkker van beroep en zo werd hij ook in de trouwakte vermeld
Diaken, Schepen, Burgemeester, Hoogheemraad
Huwelijkscontract: [5 juni 1649] Amsterdam huwelijk: varensgezel in 1649 wonende te Amsterdam aan de bloemengracht, later was hij makelaar Op 7-7-1656 voldeed Johannes i.v.m. zijn tweede huwelijk de weeskamer; hij was toen makelaar. Uit het eerste huwelijk had hij een zoon Francois, oud 12 jaar, wiens moederlijk erfdeel f200,= bedroeg; voogd was oom en makelaar Louis de Rhuiyter. Johannes werd wederom vermeld in het 32e inbrengregister van de weeskamer, fol.136vo dd 29-6-1666. Aan zuster Susanna Felbier was Johannes op 28-8-1657 f600,= schuldig tegen een rente van 5 %.
Anna woonde op de Rozengracht
Willem woonde in Bunschoten, deed daar op 20-12-1679 belijdenis en is vertrokken naar Indië
Francois en Anne vestigden zich na hun huwelijk in Bunschoten eerst in Amsterdam waar hun dochter werd gedoopt. Kort daarna keerden zij terug naar Bunschoten. In 1675 woonden zij daar aan de Dorpsstraat naast de Herv Pastorie
werd op 22-11-1661 als emeritus beschouwd wegens "indispositie en zwakheid"
Dominee werd op 22 nov 1661 als emeritus beschouwd wegens "indispositie en zwakheid" (commissieboek Statsn van Utrecht 349-32).
In een notarisakte uit 1658 bij het overlijden van Jacobus wordt Wilhelmus Isenhagius Bediener van het Goddelijke Woord te Bunschoten' benoemd als voogd.
Vertrokken naar Rotterdam
Francois en Anne vestigden zich na hun huwelijk in Bunschoten eerst in Amsterdam waar hun dochter werd gedoopt. Kort daarna keerden zij terug naar Bunschoten. In 1675 woonden zij daar aan de Dorpsstraat naast de Herv Pastorie
Eigenaar van het goed Twiller ofwel de Twiller hoeve volgens vermelding in publicatie VVG 1993 blz 163
Nijkerk Doopinschrijving Doop Goert Twijler, 20-04-1620 Doopdatum:20-04-1620 Doopplaats:Nijkerk Dopeling:Goert Twijler Moeder:Eneken Collertz Vader:Gosen Twijler Kerkelijke gemeente:Nijkerk Toegangsnummer: 0176 Retroacta Burgerlijke stand Inventarisnummer:1135
1649 3. GOERD GOESEN TWILLERS. Martij 1 mo soluta est cormeda GOERT GOESEN TWILLER gestorven op het goett Twiller to Nykerck anno 1648 cormedalis in sanguine, per viduam filiam CLAES VAN STRYLANDT ten overstaen van CLAES VAN STEENLER cum restante censu capitali met 30 hgld. pro culina 30 stb. huius mater adhuc superstes dicta ENNIKEN [GERRITS, vr.v.] GOESEN TWILLER, et habet pater praedictum adhuc in vivis filios ZEGER [GOESENSEN] innuptum et WOUTER, et AERT GOESENSEN, qui obijt in Westindia, filiam REYNTGEN [GOESENSEN] nuptam AERT JANSEN den schoomaeker [= schoenmaker] in de Veenstraet [te Nijkerk] et GERTGEN [GOESENSEN] innuptam. vide Collect. fol. 57 par. ultimo [= laatste paragraaf]. [zie ook 1650-1]
1650) 1. ENNIKEN GOESEN TWILLERS. 3 Januario ontfangen van ENNIKEN [GERRITS, vr.v.] GOESEN TWILLERS tot Nykerck den Hoofftthyns resteerend van voorgaende iaeren bys op dato exclusive in alles cum duplo 5-5-0 Dsq 1649 incluys van 30 iaeren. Genuit proles 7, scilicet WOUTER, ZEGER, AERT, AELT et GOERDT [GOESENSEN] qui Duo posteriores obierunt, et filias duas REINTJEN et GERTJEN [GOESENSEN] vide Coll. fol. 57 circa finem. [zie ook 1667-11]
Pagina:76 Volgnummer op pagina:20 Vindplaats:Gelders Archief
wordt genoemd in register van overleden keurmedigen 1649 - 3
Wouter overleed 10 dagen na zijn vrouw Geerten
Pest???
16-11-1667 Geertgen, Wouter Twijlers vrouw
16-11-1667 Kill Gijsbertsz
16-11-1667 Weijmtgen Riijckes
20-11-1667 Lutger Reijmersz Laeken coper, 2d
21-11-1667 een kindt van Wouter Gijsbertsz
23-11-1667 Aeltgen, Reijner Opstals dochter, 2d
26-11-1667 Wouter Goossensz Twijler
Begraafboek
16-11-1667 Geertgen, Wouter Twijlers vrouw
Ging naar Nieuw Amsterdam maar kwam ook weer terug naar Nijkerk
Bij de foto's kwartierstaat Huwelijks akte
Begraafboek Nijkerk 1654-1679
33-R 09-07-1654 Amelis van Twiller
10-07-1654 een kindt van Jurriaen van Cooth
15-07-1654 een kindt van Aert Abrahamsz
19-07-1654 een kindt van Aelt Jansz
20-07-1654 een kindt van Seger Goossensz Twijller
09-01-1671 Geertgen van den Hogenhoef
11-01-1671 Seger Goosens van Twiller
12-01-1671 Mevrouw Schimmelpenning
14-01-1671 een kindt van Segers meidt
16-01-1671 een kindt van Aerdt Gerritsen
New Netherland 1621-1664 Immigrants to New Netherland
1659 In the Faith (De Trouw)
Sailed from Amsterdam February 12, 1659
Captain Jan Jansen Bestevaer
Arrived at New Amsterdam May, 1659
Aert Goossen Van Twiller from Niewkerk
Hij vertrok naar Amerika maar keerde ook weer terug
Dit klopt echte niet met het keurmedigen register waarin staat dat hij ion Westindien is gestorven.
Jan (Johan, Johannes) van Twiller Referred to by Jeremias van Rensselaer as Neeff Jan van Twiller (cousin Jan van Twiller). He was probably a younger brother of Wouter van Twiller, or perhaps, of Aert Goossens van Twiller, who on July 26, 1663, executed in the colony a power of attorney to Mr. Peel van Hennedela, shout at Nieukerck, to demand of his brother in law Aert Janz, shoemaker at Nieukerck, an accounting of the estate of his deceased father Goosen van Twiller and his mother Emmeke. Jan van Twiller was one of the Gecommitteerden (commissioners) in the colony in 1649, and at that time boarded with van Slichtenhorst. From July 24, 1652, to July 24, 1657, he held the office of raedts persoon (councilor), at an annual salary of f50. He probably left the colony in 1657.
Munsell Albany Anals Vol 4 In Bevereijck were Johannes van Twiller, merchant, from 1643 until 1663 and Aert Goossens van Twillert from 1661 until 1684
Dit is in tegenstelling met de vermelding in het kerurmedigen register waar staat dat hij al voor 1648 overleden is in Westindia
1649 3. GOERD GOESEN TWILLERS. Martij 1 mo soluta est cormeda GOERT GOESEN TWILLER gestorven op het goett Twiller to Nykerck anno 1648 cormedalis in sanguine, per viduam filiam CLAES VAN STRYLANDT ten overstaen van CLAES VAN STEENLER cum restante censu capitali met 30 hgld. pro culina 30 stb. huius mater adhuc superstes dicta ENNIKEN [GERRITS, vr.v.] GOESEN TWILLER, et habet pater praedictum adhuc in vivis filios ZEGER [GOESENSEN] innuptum et WOUTER, et AERT GOESENSEN, qui obijt in Westindia, filiam REYNTGEN [GOESENSEN] nuptam AERT JANSEN den schoomaeker [= schoenmaker] in de Veenstraet [te Nijkerk] et GERTGEN [GOESENSEN] innuptam. vide Collect. fol. 57 par. ultimo [= laatste paragraaf]. [zie ook 1650-1]
New Netherland 1621-1664 Immigrants to New Netherland
1659 In the Faith (De Trouw)
Sailed from Amsterdam February 12, 1659
Captain Jan Jansen Bestevaer
Arrived at New Amsterdam May, 1659
Aert Goossen Van Twiller from Niewkerk
Hij vertrok naar Amerika maar keerde ook weer terug
Dit klopt echte niet met het keurmedigen register waarin staat dat hij ion Westindien is gestorven.
Jan (Johan, Johannes) van Twiller Referred to by Jeremias van Rensselaer as Neeff Jan van Twiller (cousin Jan van Twiller). He was probably a younger brother of Wouter van Twiller, or perhaps, of Aert Goossens van Twiller, who on July 26, 1663, executed in the colony a power of attorney to Mr. Peel van Hennedela, shout at Nieukerck, to demand of his brother in law Aert Janz, shoemaker at Nieukerck, an accounting of the estate of his deceased father Goosen van Twiller and his mother Emmeke. Jan van Twiller was one of the Gecommitteerden (commissioners) in the colony in 1649, and at that time boarded with van Slichtenhorst. From July 24, 1652, to July 24, 1657, he held the office of raedts persoon (councilor), at an annual salary of f50. He probably left the colony in 1657.
Munsell Albany Anals Vol 4 In Bevereijck were Johannes van Twiller, merchant, from 1643 until 1663 and Aert Goossens van Twillert from 1661 until 1684
Dit is in tegenstelling met de vermelding in het kerurmedigen register waar staat dat hij al voor 1648 overleden is in Westindia
1649 3. GOERD GOESEN TWILLERS. Martij 1 mo soluta est cormeda GOERT GOESEN TWILLER gestorven op het goett Twiller to Nykerck anno 1648 cormedalis in sanguine, per viduam filiam CLAES VAN STRYLANDT ten overstaen van CLAES VAN STEENLER cum restante censu capitali met 30 hgld. pro culina 30 stb. huius mater adhuc superstes dicta ENNIKEN [GERRITS, vr.v.] GOESEN TWILLER, et habet pater praedictum adhuc in vivis filios ZEGER [GOESENSEN] innuptum et WOUTER, et AERT GOESENSEN, qui obijt in Westindia, filiam REYNTGEN [GOESENSEN] nuptam AERT JANSEN den schoomaeker [= schoenmaker] in de Veenstraet [te Nijkerk] et GERTGEN [GOESENSEN] innuptam. vide Collect. fol. 57 par. ultimo [= laatste paragraaf]. [zie ook 1650-1]
----------- Nijkerks Tijnsboek folio 47
1706 Jan Aertse Schoemaker 1708. Gerrit Janse Schoemaker. Goert Goosens van Twiller. Goossen van Twijler op Slichtenhorst.
Jan (Johan, Johannes) van Twiller Referred to by Jeremias van Rensselaer as Neeff Jan van Twiller (cousin Jan van Twiller). He was probably a younger brother of Wouter van Twiller, or perhaps, of Aert Goossens van Twiller, who on July 26, 1663, executed in the colony a power of attorney to Mr. Peel van Hennedela (Peel van Hennekeler), schout at Nieukerck, to demand of his brother in law Aert Janz, shoemaker at Nieukerck, an accounting of the estate of his deceased father Goosen van Twiller and his mother Enneken.
http://vanhoesen.blogspot.com/
Munsell Albany Anals Vol 4 In Bevereijck were Johannes van Twiller, merchant, from 1643 until 1663 and Aert Goossens van Twillert from 1661 until 1684
Zij wordt genoemd in register van overleden keurmedigen 1667 - 11
Schepen, Diaken, Ouderling
Het gezin laat 9 kinderen dopen in Amsterdam. Johannes id het achtste kind
Huwelijkscontract: [5 juni 1649] Amsterdam huwelijk: varensgezel in 1649 wonende te Amsterdam aan de bloemengracht, later was hij makelaar Op 7-7-1656 voldeed Johannes i.v.m. zijn tweede huwelijk de weeskamer; hij was toen makelaar. Uit het eerste huwelijk had hij een zoon Francois, oud 12 jaar, wiens moederlijk erfdeel f200,= bedroeg; voogd was oom en makelaar Louis de Rhuiyter. Johannes werd wederom vermeld in het 32e inbrengregister van de weeskamer, fol.136vo dd 29-6-1666. Aan zuster Susanna Felbier was Johannes op 28-8-1657 f600,= schuldig tegen een rente van 5 %.
Anna woonde op de Rozengracht
Bij zijn 2e huwelijk op 1-2-1625 wordt Anthonis Schot genoemd als zijn neef. Anthonis de Schot was samen met zijn broer Leonard een zeer succesvol zakenman van Vlaamse origine, eerst in Hamburg, daarna in Stade en later te Amsterdam, tot ze in 1627 failliet gingen. Hun ouders waren Hans(Jean) de Schot en Catharina Anselmo. Hans was vanuit Antwerpen naar Hamburg gevlucht en dreef handel op Danzig, Tanger, Spanje en Portugal. Vermoedelijk was de moeder van Cornelis van Sandvliet de zus van deze Hans de Schot. Compareerden als vooren Cornelis Santvliedt van Hamburgh, out 25 jaren, geen ouders hebbende, geassisteert met Anthonis Schot, zijn neve ende voocht, woonende op de Coninxgracht ende Susanna van der Stappen van Aernhem, out 23 jaren, geassisteert met Catharina van der Velde, haer moeder, woonende in de Nes. Wat betreft de familie Van Sandvliet zijn de volgende personen bekend uit Antwerpen in de 15e en 16e eeuw: - Anthony van Santvliet, leerling schilder in Antwerpen bij het St. Lucas gilde in 1557. Vrijmeester, gildeleerschool. Docent: Nicolaes Andries, vakgebied: schilderen. Het Antwerpse Sint-Lucasgilde was de naam van het Antwerpse broederschap of gilde van kunstenaars en kunstambachtslieden. - Peter van Sandvliet, vermelding in Antwerpen in 1478. Vrijmeester, lid van het st-Lucasgilde. -Jacob van Santvliet, eveneens lid van het st-Lucasgilde in Antwerpen vanaf 1491. Vrijmeester.
Huwelijkscontract: [5 juni 1649] Amsterdam huwelijk: varensgezel in 1649 wonende te Amsterdam aan de bloemengracht, later was hij makelaar Op 7-7-1656 voldeed Johannes i.v.m. zijn tweede huwelijk de weeskamer; hij was toen makelaar. Uit het eerste huwelijk had hij een zoon Francois, oud 12 jaar, wiens moederlijk erfdeel f200,= bedroeg; voogd was oom en makelaar Louis de Rhuiyter. Johannes werd wederom vermeld in het 32e inbrengregister van de weeskamer, fol.136vo dd 29-6-1666. Aan zuster Susanna Felbier was Johannes op 28-8-1657 f600,= schuldig tegen een rente van 5 %.
Anna woonde op de Rozengracht
Document. toegang 0124 inv 998 blad 364ve.
Missive van Harderwijk aan het Hof. Daar zij Claes van Oldebarnevelt beloofd hebben hem alle weigerachtige betalers goed recht te laten wedervaren, verzoeken zij Aelt Godschalx als borg van Gryette van Dasseler en de vrouw van Goert van Twyller voor het gericht hunner staat Claes van Oldbarnevelt te laten te recht staan.
VVG keurmedigen register. Ryckelant Roelofs, ged. Nijkerk 22-10-1598, overl. v28-2-1671, tr. Jan Goerdsen Twiller, wnd. Nijkerk, zn. van Goert Aerts/Aelts van Twiller en Reineke Aerts, keurmedig, op ´t Slichtenhorst.
vermeld in Herengoederen 30-3-1601 oprukking na transport door schoonmoeder Truijde
Zij kocht in 1605 het halve herengoed Ter Beeck op Slichtenhorst (vvg1999/163)
Eigenaar van het goed Twiller ofwel de Twiller hoeve volgens vermelding in publicatie VVG 1993 blz 163
Francois trok zijn Maijke en oudste zoon Francois de Jonge vanuit het gecapituleerde Antwerpen naar Amsterdam
Het gezin laat 9 kinderen dopen in Amsterdam. Johannes id het achtste kind
Peter wordt in diverse akten genoemd, evenals zoon Anthony: . 1 maart-1629 Amsterdam: Jacob Westfrisius: Pieter, zoon Anthony de Brul en Dirk Willems: Samenwerking aangegaan betreffende het verven van scharlaken rood karmozijn, karpet en andere kleuren; lakenen, kersijen en andere stoffen volgens een groot kunstboek; de zoon zal in de leer komen.
- akte Amsterdam 12-02-1635, Jacob Westfrisius: Onvrede over geverfde Leidse baai, Peter de Brul, Jan Dusart, Harmen Blanck, Six,
- Akte Amsterdam 12-6-1640, Benedict Baddel: Betreffende handel in Satijn te Bologna. Daniel de La ...., Guglmo.., Adriano van Boon, Pietro de Brul
- Akte Amsterdam 1-7-1637, Benedict Baddel: Beoordeling minderwaardige kwaliteit armozijn, Antonij de Brul, Jacques van Hoorn, Pieter Cock,
- Akte Amsterdam, 24-01-1635, Jacob Westfrisius: Monsters van geverfde stoffen waren minder mooi van kleur dan die van de stoffen in de lakenkoperswinkels, Pieter de Brul, Anna Hulscher, Hans Huijchaert, Jan Dusaert,
- Akte 24-11-1642, Benedict Baddel: Koopwaar uit Italie, zijde, Livorno, Fiorenza. Pietro de Brul, Pietro Thijnen, Felipe Colini
- Akte 5-12-1640, Benedict Baddel: schip Angelo Rafael uit Livorno, Pietro Nieuwkercken, Pietro de Brul, Luca Donati
- akte 29-3-1634, Jacob Westfrisius: onenigheid over de reputatie van Samuel van Pitsen, heer van der Straeten, Pieter de Brul, Jan Kuijf,
- Akte 28-2-1619, Jacob Westfrisius: hovenier; smid; Verhuur van de staalmolen op Jan Hansenpad aan de Wetering die door een storm beschadigd was, terwijl de molenaar elders zat te drinken. Peter de Brul, Jasper Tortel, Pieter Denijs, Minne Claesen
- Akte 5-3-1629, Westfrisius: Reparatie aan een molen op het eind van Jan Hansenpad, die de producent verhuurde aan Pieter Dionijs. Vervolgens vloog, door een storm, de kap van de molen. Peter de Brul, Joseph Claesen
- akte 9-9-1639, Jacob Westfrisius: Hebben Jacob Schreve en de producente al vele jaren gekend, Jacob is omtrent een jaar geleden overleden en begraven in de Franse Kerk; producente is wettige dochter en erfgenaam van Jacob; getuigen in de verte familie. Jacob Schreve, Elias van Geel, Pieter de Brul, Anna Catharina Schreve
- Akte 8-5-1641, Joan van de Hoeven: Pieter le Febre den ouden, betreffende zoon Pieter le Febre den jongen, zal in de leer komen bij Peter de Brul. Locatie Sout Eynde, Engelandt.
In 'de bourgeois de Lille' van Paul Pavoas worden in 1547 een Jehan de Bruelle genoemd, zoon van Guillebert, vader van George, in 1546 Guillemo de Brul, zoon van Jehan, in 1546 Toussains de Bruel, zoon van Pierre, in 1530 Gerard de Brull, zoon van Jehan, in 1527 Jabn du Brue, zoon van Gilles, in 1521 Jaspart du Bruel, zoon van Brisse, in 1544 Pierre du Brull, zoon van Johan.
Bij haar huwelijk op 31-05-1603 te Amsterdam was Anthonis Schleicher haar voormomber. geassissisteert mit Antoine Sleicher hare voormomber dewelke v[er]claerde vast te stane voor des vaders consent
Anthony S(ch)licher was koopman uit Aken, die naar naar Holland kwam om handel te drijven. De exacte relatie met Catharina Hermans is onduidelijk.
Bij zijn 2e huwelijk op 1-2-1625 wordt Anthonis Schot genoemd als zijn neef. Anthonis de Schot was samen met zijn broer Leonard een zeer succesvol zakenman van Vlaamse origine, eerst in Hamburg, daarna in Stade en later te Amsterdam, tot ze in 1627 failliet gingen. Hun ouders waren Hans(Jean) de Schot en Catharina Anselmo. Hans was vanuit Antwerpen naar Hamburg gevlucht en dreef handel op Danzig, Tanger, Spanje en Portugal. Vermoedelijk was de moeder van Cornelis van Sandvliet de zus van deze Hans de Schot. Compareerden als vooren Cornelis Santvliedt van Hamburgh, out 25 jaren, geen ouders hebbende, geassisteert met Anthonis Schot, zijn neve ende voocht, woonende op de Coninxgracht ende Susanna van der Stappen van Aernhem, out 23 jaren, geassisteert met Catharina van der Velde, haer moeder, woonende in de Nes. Wat betreft de familie Van Sandvliet zijn de volgende personen bekend uit Antwerpen in de 15e en 16e eeuw: - Anthony van Santvliet, leerling schilder in Antwerpen bij het St. Lucas gilde in 1557. Vrijmeester, gildeleerschool. Docent: Nicolaes Andries, vakgebied: schilderen. Het Antwerpse Sint-Lucasgilde was de naam van het Antwerpse broederschap of gilde van kunstenaars en kunstambachtslieden. - Peter van Sandvliet, vermelding in Antwerpen in 1478. Vrijmeester, lid van het st-Lucasgilde. -Jacob van Santvliet, eveneens lid van het st-Lucasgilde in Antwerpen vanaf 1491. Vrijmeester.
volgens het Register van overleden keurmedigen van de kelnarij van Putten 1389-1681, bewerkt door E.L. Steinmeier, Barneveld 1993, heeft (blz. 60 1547-3) Gosen van Westenappel zijn hoofdgeld t/m 1544 betaald. 1556-14) "Anno 55 obijt Nova Ecclesia Goesen van Westenappel et Ailt Zegersen gener defuncti emit cormedam pro 6. flor. Holl. solvit totum tali conditione si mater uxoris restituerit 6 illos flor. potestatem habebit auferendi lectum, quod ipse tulerat." Vertaald betekent dit: In het jaar (15)55 overleed te Nijkerk Gosen van Westenappel en Aalt Zegersen, schoonzoon van de overledene, heeft zijn keurmede gekocht voor 6 Hollandse guldens. Hij heeft het hele bedrag betaald onder deze voorwaarde dat als de moeder van zijn echtgenote die 6 guldens zal vergoeden, hij gemachtigd zal zijn het bed weg te nemen dat hij zelf heeft gebracht
<brP
1632 Missive van het Hof aan den rentmeester van Veluwe, houdende verzoek om bericht op het verzoekschrift van Aelt Zegess en diens vrouw betr. het goed Twyler
Datering: 1557 februari 9
0124 Hof van Gelre en Zutphen
Inventarisnummer:
986Vindplaats: Gelders Archief
Zie De Herengoederen op de Veluwe, deel 2 (uitgave VG, 1992) nrs 206 en 212 ook vermeld in VG 1999 blz 164
Nog jong Overleden "van de watersucht als men verstaet"
Hij kocht op 4 augustus 1550 het herengoed Twiller (Twijler of Twilre) op het buurtschap Slichtenhorst onder Nijkerk.
4-8-1550
Consent van transport door Jan Giesbers en Clara zijn echtgenote van hun aandeel in Twiller aan Aelt Zegers en Truide voor 700 Karolus guldens met consent vaan Aelt Zegers en Truide om Twijler te bezwaren ten behoeve van Jan Giesbers en Clara
Aelt en Truide ware "dat alste bloet"
20-5-1552 Aprobatie van een accoord tussen Aelt Zeghers en Truide (die Twilre gekocht hadden van jan Ghisberts en Clara) en Jacob Abelen œ Griete over de inlossing van 4 morgen land onder Twiller behorende voor 400 Carolus gld en approbatie van bezwaring gedurende zes jaar van deze 4 morgen door Aelt Zeghers ten behoeve van Jacob Abelen met een rente van 9 Philips gld van wege de 100 Philips gld en 100 Carolus gld die zij nog schuldig waren aan Jacob Abelen.
28-1-1562 Approbatie voor de betering van het niet tijdig aflossen van de bezwaring van 4 morgen onder Twiller met een jaarrente van 9 Philips gld ten behoeve van Andreas Aelts, momber van de onmondige kinderen van zaliger Aelt Zeghers, die in mei 1561 is overleden 'van de watersucht als met verstaet'
15-5-1575 Truijde Twillers, weduwe van Aelt Zegers, consetn om een kamp Twillers Camp genaamd, groot 4 morgen, pandschapsgewijze te mogen laten bezitten door jan Jacobs
30-3-1601 Reijntgen, weduwe van Goert Aertss van Twiller, oprukking na transport door haar schoonmoeder Truijde Twillers.
28-3-1610 Reijntgen, weduwe van Gerrit Aerts van Twiller, oprukking.
oprukking bekomen
is het uitstel verkrijgen van de verplichting als bezitter van een horig goed horig te worden.
Dit uitstel werd voor de tijd van zes jaar verleend tegen betaling van enige guldens (VG 1982 nr1 blz4-5)
GA. Brieven van en aan het Kwartier van Veluwe
Regest 1632 Missive van het Hof aan den rentmeester van Veluwe, houdende verzoek om bericht op het verzoekschrift van Aelt Zegerss en diens vrouw betr. het goed Twyler Datering: 1557 februari 9 Toegangsnummer: 0124 Hof van Gelre en Zutphen Inventarisnummer:986 Inzien
na de lijst van Adre Jansen. Hij stuurde volgende tekst
de lijst bevindt zich in Gelders Archief 0001 Graven, later hertogen, van Gelre, graven van Zutphen, inv.nr. 130.2 (wat ik meen ik ook Dion had doorgegeven). Het is een ingebonden verzameling van lijsten van horige personen en horige goederen waarvan een deel kopieën lijken, van elkaar dan wel van een andere niet- of elders bewaarde lijst. Grosso modo zijn de lijsten per ambt en in een logische volgorde opgebouwd. Twiller komt in het archiefstuk verscheidene malen voor. Het stukje dat u heeft ontvangen was het meest uitgebreide. Qua datering is het nog niet zo makkelijk. Er is wel een gedateerde lijst uit januari 1493. Mijn indruk is dat de lijst waarvan de foto is genomen wat ouder is. Of hij (c.q. het origineel) ook uit 1455 stamt zoals een extractenlijst van de kelnarij van Putten zegt, vraag ik me af. Die lijst uit het kelnarijarchief (Paul op den Brouw heeft een transcriptie gepubliceerd op zijn site odeeby) heeft uit de algemene lijst alleen die inschrijvingen gekopieerd ie relevant zijn voor de kelnarij, nl. de abtsgoederen en personen. Het noteren van die lijsten was belangrijk voor de hertogelijke inkomsten: horige lieden betaalden een hoofdtijns en verder kreeg hun heer een deel van hun erfenis. Van de horige goederen werden ook bedragen betaald bij overlijden etc. Daarnaast ontving de hertog herenguldens, niet alleen van de herengoederen maar ook van de abts- en vrouwengoederen, omdat(?) hij daarvan voogd was. (Geer)trui Gosens moet een dochter zijn geweest van Gosen van Westenappel. Hij komt bv. voor in de veetelling van 1526. De volgorde van die lijst is m.i. echter geen logische, je kunt uit de plaats van de namen niets afleiden t.a.v. de buren. Wel is de lijst geordend naar buurschap; hieruit blijkt dat Gosen in Slichtenhorst woonde. Het erf Westenappel waar Gosen zijn naam aan ontleende was een abtsgoed. Daardoor was de kans groot dat Gosen zelf ook een abtsman was. Dat blijkt te kloppen: volgens het Register van overleden keurmedigen van de kelnarij van Putten 1389-1681, bewerkt door E.L. Steinmeier, Barneveld 1993, heeft (blz. 60 1547-3) Gosen van Westenappel zijn hoofdgeld t/m 1544 betaald. In 1555 is hij overleden (blz. 75 1556-14) "Anno 55 obijt Nova Ecclesia Goesen van Westenappel et Ailt Zegersen gener defuncti emit cormedam pro 6. flor. Holl. solvit totum tali conditione si mater uxoris restituerit 6 illos flor. potestatem habebit auferendi lectum, quod ipse tulerat." Vertaald betekent dit: In het jaar (15)55 overleed te Nijkerk Gosen van Westenappel en Aalt Zegersen, schoonzoon van de overledene, heeft zijn keurmede gekocht voor 6 Hollandse guldens. Hij heeft het hele bedrag betaald onder deze voorwaarde dat als de moeder van zijn echtgenote die 6 guldens zal vergoeden, hij gemachtigd zal zijn het bed weg te nemen dat hij zelf heeft gebracht.
De transcriptie van de passage over Twiller luidt:
[in marge: Twyler]
Item Maes Jansen wonende opt guet to Twyler
eygen man eyhgen guet myns gen. lieven heren
ende heeft 1 kemerlinc tot enen wive. Dit
guet en is anders nyt gesplit dan dar is een
man int Sticht ind heefter hoifslaigen aff. Hoe
desen man vurs. heit en weet ic nijet.
Omgezet naar modern Nederlands:
"Item Maas Jansen wonende op het goed Twiller
eigen man van mijn genadige lieve heer [=hertog van Gelre]
en heeft een kamerling als vrouw. Dit
goed is verder niet gesplitst behalve dat er
een man in Sticht is die er hoefslagen van heeft.
[Hiermee worden landerijen ten noorden van de Slichtenhorsterweg bedoeld].
Document. toegang 0124 inv 998 blad 364ve.
Missive van Harderwijk aan het Hof. Daar zij Claes van Oldebarnevelt beloofd hebben hem alle weigerachtige betalers goed recht te laten wedervaren, verzoeken zij Aelt Godschalx als borg van Gryette van Dasseler en de vrouw van Goert van Twyller voor het gericht hunner staat Claes van Oldbarnevelt te laten te recht staan.
VVG keurmedigen register. Ryckelant Roelofs, ged. Nijkerk 22-10-1598, overl. v28-2-1671, tr. Jan Goerdsen Twiller, wnd. Nijkerk, zn. van Goert Aerts/Aelts van Twiller en Reineke Aerts, keurmedig, op ´t Slichtenhorst.
vermeld in Herengoederen 30-3-1601 oprukking na transport door schoonmoeder Truijde
Zij kocht in 1605 het halve herengoed Ter Beeck op Slichtenhorst (vvg1999/163)
vermeld in Herengoederen 30-3-1601 oprukking na transport door schoonmoeder Truijde
Zij kocht in 1605 het halve herengoed Ter Beeck op Slichtenhorst (vvg1999/163)
Document. toegang 0124 inv 998 blad 364ve.
Missive van Harderwijk aan het Hof. Daar zij Claes van Oldebarnevelt beloofd hebben hem alle weigerachtige betalers goed recht te laten wedervaren, verzoeken zij Aelt Godschalx als borg van Gryette van Dasseler en de vrouw van Goert van Twyller voor het gericht hunner staat Claes van Oldbarnevelt te laten te recht staan.
VVG keurmedigen register. Ryckelant Roelofs, ged. Nijkerk 22-10-1598, overl. v28-2-1671, tr. Jan Goerdsen Twiller, wnd. Nijkerk, zn. van Goert Aerts/Aelts van Twiller en Reineke Aerts, keurmedig, op ´t Slichtenhorst.
Director van Rensselaerswyck van 1648 tot 1652
After the death of the patroon between 1643 and 1646, Brant Aertsz van Slichtenhorst was appointed Director of the Colony on November 10, 1647. He arrived in the colony on 22 March 1648. (page 14) His contract provided that he was to hold the office of Hoof-officier, as such he was to preside over the court, to act as public prosecutor and to perform the combined duties of a modern sheriff and chief of police. As Director, he was the chief administrative officer of the colony and as such was to collect the patroon’s revenues derived from farms. Mills, licenses to trade, etc. . In addition to his salary, he was to receive on third of the fines and proceeds from confiscated property. As a third source of income, he was to have the toepachten, or fees paid in addition to the annual rent and tithes of the farms.
The court as organized by Van Slichtenhorst consisted at first of four and afterwards of five persons, of whom two were designated a Gecommitteerden, or commissioners, and two, or afterwards three, are in the record indiscriminately referred to as raden, raetspersonen, gerechtspersonen, or rechtsvrienden. The duties of the commissioners were primarily of an administrative nature, while those of the raden seem to have been chiefly judicial. The Gecommitteerden represented the patroon and acted under definite instructions. The raden, on the other hand, were appointed by the director, but represented the colonists, it being at that time held sufficient if persons who were to represent others were chosen from among them, so as to represent their class. The only requirement was that they should not be in the patroon’s service. (Page 17) The proceedings of the court presided over by Van Slichtenhorst cover the period from April 2, 1648, to April 15, 1652. They form the most important source for the history of the colony during that period. The outstanding event of the that period was the controversy between Van Slichtenhorst and General Peter Stuyvesant reading the jurisdiction of the territory around Fort Orange, which forms one of the dramatic events of the history of New Netherland. This controversy had it origin in the claim made by the patroon, as early as 1632, that “all lands lying on the west side of the river, from Beyren Island to Moeneminnes Castle” ...” even including the place where Fort Orange stands,” had been bought and paid for by him. The Dutch West India Company, on the other hand, maintained that the territory of the fort, which was erected several years before the land of the colony was purchases from the Indians, belonged to the Company and consequently (Page 18) was not included in the patroon’s purchase. The question ... came to be an issue when Van Slichtenhorst, soon after his arrival in the colony, began to issue permits for the erection of houses in the immediate vicinity of the fort. Stuyvesant objected on the ground that they endanger the security of the fort and ordered the destruction of all building within range of a cannon shot. ...Van Slichtenhorst, protested vigorously and proceeded with the erection of the buildings. In 1651 Van Slichtenhorst was summoned to appear before the director General and council at Manhattan and was there detained for four months. [The controversy was settled on April 10, 1652, when the director General and Council erected a separate Court for Fort Orange, independent of that of the Colony. By virtue of this, the hamlet of Beverwyck was taken out of the jurisdiction of the patroon and became an independent village which afterwards became the city of Albany.] Van Slichtenhorst vigorously protested against the erection of the court at Fort Orange and Beaverwyck and with his own hands tore down the proclamation which had been posted on the house of the patroon. For this he was arrested on April 18, 1652, and taken to Manhattan, where he was detained until August 1653. With his arrest, Van Slichtenhorst’s administration came to a close. On July 24, 1652, he was succeeded as director by Jan Baptist Van Rensselaer and as officer of justice by Gerard Swart, so that thereafter the two functions were no longer combine in one person. [Swart continued as Schout until 1665, when by order of Governor Richard Nicholls the Court of the Colony was consolidated with that of Fort Orange.
VVG Genealogie Fragmenten
Brant Aertsz van Slichtenhorst, luitenant-schout 1635, otr. Nijkerk/Putten 19-12-1613 Aeltgen Gijsberts van Wenckom, dr. van Gijsbert Gerrits van Wenckum, v. Nijkerk 1589, en Bate van Domseler, eigenaar van 1/4 van Emeler, gen. de Olde Hofstede, krankzinnig op latere leeftijd.
- 14-6-1622: Brant Aertsz. van Slichtenhorst, wnd. tot Nykerck, is erfgenaam van Bartraet van Dompselaer, in leven weduwe en boedelhawster van Henrick van Meholt (ook: Mehelt?). In die kwaliteit machtigt hij Evert van Wede, procureur voor de Hove van Utrecht, om mede namens hem te komen tot een akkoord tussen enerzijds de curateur en crediteuren van genoemde boedel en anderzijds Peter Schade voor Mr. Henrick d´Wilt, Raedt in de voornoemde Hove.
Getuigen: Gerrit Willems. (timmerman) en Frederick Jans van der Ham (tekent als: Frederick Janss.) (Amersfoort Volmacht: 14-06-1622 Notaris J. van Ingen AT002 a002 folio 251 V).
- 8-7-1623: Thonis Henricksz en Marritgen Dircx zijn vrouw verkopen aan Brant Aertsz van Slichtenhorst en Aeltgen van Wenckum zijn vrouw huis, hof en hofstede en de Muurhuizen, waaraan belend Heer Peter Man en Brant Aertsz van Slichtenhorst voor 6 gulden, 6 stuivers per jaar aan de Lieve Vrouwe Kapel; 1 gulden, 9 stuivers aan St. Jans Broederschap; 14 stuivers aan St. Petersgasthuis. Hoofdsom 400 gulden aan Coenraat Fransen (Transporten 436-16).
- 1624: Engelbertus Schevenhuijs beleent Brandt Aertsen en Altjen van Wenckum met Strijp ter Beek et welcke sie angekoft van Henric Beekman (Henrick Beekman Henrick draagt goed over aan genoemde echtelieden) (AKP (Slicher van Bath) nr. 194 (oude aantekeningen begin 1980)).
- 1630: Beekmansgoet alias die Strijpe besit Brandt Aerts hij ende sijn huijsfrou onhorich te letten opt misbruijck (in ander handschrift; betaalt Brandt Artzen 5ds. voor opruckinge (onder geschreven in ander handschrift: Carel Gerritzen 4. morgen gnt. Den Duist (AKP (Wartena) 37e).
- 11-6-1632: Brant Aertzn. van Slichtenhorst, Brant Aertzn., wnd. te Nijekerck, man van Alidt van Wenckum. Huwelijkse voorwaarden: 09-12-1613. Zij vermaken elkaar de lijftocht van al hun bezittingen die zij in deze stad staende en uitstaende hebben, tot wederhuwelijk van de langstlevende en langer niet.
Zij secluderen de weeskamer van Amersfoort.
Getuigen: Cornelis van Ingen, Frederick Janzn, van den Ham en Andries Corneliszn. (Testament: 11-06-1632 J. van Ingen AT 002a003 folio 257 V – 258).
- 1633: Aelt Brandtsen hadde lade peinden ant gereide op Strijp ter Beke om te hebben de jure van approbatie over pandschap vor den Kelner de welcke peinding verklaart worden van geenen werde. “In de saecke van Willem van Huijsteen als volm. van sijne beste moeder Aelt Brands doen peinden aan het gerede van Beekmansgoet. Op 2-3-1607 onderpand drie morgen door Henrick Henrichs Beekman met vrouw Weyme Aelts aen voorseyde Aelt en sijne huijsvrouw Wychmoet (van Coot?) ende van Brant Aerts van voorn. Henrick geacquireert..” (AKP (Slicher van Bath) nr. 194 (oude aantekeningen begin 1980)).
- 26-9-1635: Lidmaat NG Gemeente te Amersfoort; in de Muerhuysen in den ouden Lombert bij ´t Gevangenhuys; met attestatie van Harderwijk en zijn huijsvrouw Aeltgen van Wenckom; vertrokken.
- 7-7-1641: Brant Aertsz van Slichtenhorst, Luitenant Schout, verkoopt voor hemzelf en als vader voor zijn onmondige kinderen bij zijn overleden vrouw Juffrouwe alid van Wenckum; Aernt van Slichtenhorst, zoon van Brant aan Johan Francken, Majoor dezer stad, en Catharina du Molin zijn vrouw en hun erven een huis en erf in de Muurhuizen van de straat tot achter aan de Singelgracht, waaraan belend erfgenamen van de heer Renkman en verder nog Brant Aertsz van Slichtenhorst (Transporten 436-19)
- 1643: Brant Aertsen bezitter Beekmansgoed ofte Strijp ter Beek. Verscheidene leenacten te weten:.Rutgerus Fleetman gevet opruckinge aen Brant Aertsen;.Rutgerus Fleetman approbiert het transport van Strijp ter Beek geschiet van Brandt Aertsen op Wolf van Hennekeler den Jonge en Arnolda van Coot, echtelieden (AKP (Slicher van Bath) nr. 194 (oude aantekeningen begin 1980)).
- 1657: Stripterbeek gevrijd (AKP (Slicher van Bath) nr. 194 (oude aantekeningen begin 1980).
- 1648: Brant Aertsz van Slichtenhorst from Nykerck province of Gelder land According to O Callaghan History of New Netherland 8 69 van Slichtenhorst was appointed director of the colony Nov 10 1646 and sailed with his family and servants for Virginia Sept 26 1647 The records of the colony show that he arrived March 22 1648 and held the office of director till July 24 1652 when he was succeeded by Jan Baptist van Rensselacr Between June 20 1651 and July 24 1652 van Slichtenhorst was most of the time at the Manhatans and JB van Rensselaer acd d in his stead for the first two months apparently in conjunction with Capt Slijter April 4 1650 de Hooges complained to the council that Director van Slichtenhorst had thus far rendered no accounts The director replied that hy wet wat souwde ontfangen dan dot het Antonij de Hooges hecft opqesnapt hat he would have received something if Antonij de Hooges had not gobbled it up Van Slichtenhorst was still in the colony in July 1655 and lived in Holland in 1660 (Rensselaer Bowier Manuscripts Being the Letters of Kiliaen Van Rensselaer, 1630-1643, and Other Documents Relating to the Colony of Rensselaerswyck By New York State Library, Kiliaen van Rensselaer, Arnold Johan Ferdinand Van Laer, Nicolaas de Roever, Susan De Lancey Van Rennselaer Strong, page 838).
VVG herengoederen deelII/213 Ter Beeck
07-05-1623 Jan Wouters Collert, weduwnaar van Marie Willems, krijgt consent voor een be- zwaring met 1300 gld. ten behoeve van Claes Renger, die dat goed mag gebruiken voor de tijd van vier of zes jaar, te beginnen mei 1621. 08-07-1624 Jan Wolters oprukking.
Guldebrueder van de Schermers
Getuigschrift voor Thomas de Fonteni, nu ter Tijt gevangen met zijne huijsvrouwe ende Hanse Fonteni , zijnen sone tot Geldenaken boven Loven
Borg Niclaes Rattel, deken vender gulden Schermers Jan Luycas Ouderman Guillaume Coppyn, guldenbrueder Roelant van Stueele, guldebrueder Joos van den Vondel. vendelier vander selver gulden Francois van den Berge guldenbrueder Jan Ghyssels cnape van der selve gulden.
NOTE: Lakenkoopman in 3-7-1587 uit Antwerpen naar Amsterdam Geboren in Antw district 13/MQZ-9 (Paardemarkt)
Francois trok zijn Maijke en oudste zoon Francois de Jonge vanuit het gecapituleerde Antwerpen naar Amsterdam
referentie: 13552a NOTE: Laakenkooper input 3000 fl VOC 23-4-1581 in de liste van de kapiteeijn hebbende hun loopplaats op de Falconsbrugge
Eigenaar van gegoed te Sandwijck, Schippers Capelle, Antwerpen. Laat dit in 1583 na aan zijn dochters. Heilwich TYMMERMANS,de vrouw van Cornelis Van LYERE, verkoopt aan Jan KETEL en zijn vrouw Clara SWAERVELT een erfelijke rente Sources: Fonds Plaisier 1568/1573 Schepenbrief Rijksarchief Antwerpen.
Op 10 feb 1584 verkocht Anna van Lyere Cornelisdr, weduwe van Adriaen Baltus aan Kerstiaen Popels en Francois Felbier ald momboiren tbv van Magdalena van Leyere comparanten zuster 23 Karolingen gld erfl haar verstorven van Cornelis van Leyere, haar vader bij scheiding en deling dd 12 september 1583. Marie van Leyere Cornelisdr. wijlen Francois Felbier, haar manen voogd, verkoht op 10 febr 1696 Kerstiaens Popels de 1o Kar. gld jaars, dewelke zij comparante met haar man en voogd op 23 september 1583 gegeven had op een huis aande straat te Sandwijck bij Schipperscapelle tussen Baptiste van Leyere's huis.
Francois trok zijn Maijke en oudste zoon Francois de Jonge vanuit het gecapituleerde Antwerpen naar Amsterdam
Peter wordt in diverse akten genoemd, evenals zoon Anthony: . 1 maart-1629 Amsterdam: Jacob Westfrisius: Pieter, zoon Anthony de Brul en Dirk Willems: Samenwerking aangegaan betreffende het verven van scharlaken rood karmozijn, karpet en andere kleuren; lakenen, kersijen en andere stoffen volgens een groot kunstboek; de zoon zal in de leer komen.
- akte Amsterdam 12-02-1635, Jacob Westfrisius: Onvrede over geverfde Leidse baai, Peter de Brul, Jan Dusart, Harmen Blanck, Six,
- Akte Amsterdam 12-6-1640, Benedict Baddel: Betreffende handel in Satijn te Bologna. Daniel de La ...., Guglmo.., Adriano van Boon, Pietro de Brul
- Akte Amsterdam 1-7-1637, Benedict Baddel: Beoordeling minderwaardige kwaliteit armozijn, Antonij de Brul, Jacques van Hoorn, Pieter Cock,
- Akte Amsterdam, 24-01-1635, Jacob Westfrisius: Monsters van geverfde stoffen waren minder mooi van kleur dan die van de stoffen in de lakenkoperswinkels, Pieter de Brul, Anna Hulscher, Hans Huijchaert, Jan Dusaert,
- Akte 24-11-1642, Benedict Baddel: Koopwaar uit Italie, zijde, Livorno, Fiorenza. Pietro de Brul, Pietro Thijnen, Felipe Colini
- Akte 5-12-1640, Benedict Baddel: schip Angelo Rafael uit Livorno, Pietro Nieuwkercken, Pietro de Brul, Luca Donati
- akte 29-3-1634, Jacob Westfrisius: onenigheid over de reputatie van Samuel van Pitsen, heer van der Straeten, Pieter de Brul, Jan Kuijf,
- Akte 28-2-1619, Jacob Westfrisius: hovenier; smid; Verhuur van de staalmolen op Jan Hansenpad aan de Wetering die door een storm beschadigd was, terwijl de molenaar elders zat te drinken. Peter de Brul, Jasper Tortel, Pieter Denijs, Minne Claesen
- Akte 5-3-1629, Westfrisius: Reparatie aan een molen op het eind van Jan Hansenpad, die de producent verhuurde aan Pieter Dionijs. Vervolgens vloog, door een storm, de kap van de molen. Peter de Brul, Joseph Claesen
- akte 9-9-1639, Jacob Westfrisius: Hebben Jacob Schreve en de producente al vele jaren gekend, Jacob is omtrent een jaar geleden overleden en begraven in de Franse Kerk; producente is wettige dochter en erfgenaam van Jacob; getuigen in de verte familie. Jacob Schreve, Elias van Geel, Pieter de Brul, Anna Catharina Schreve
- Akte 8-5-1641, Joan van de Hoeven: Pieter le Febre den ouden, betreffende zoon Pieter le Febre den jongen, zal in de leer komen bij Peter de Brul. Locatie Sout Eynde, Engelandt.
In 'de bourgeois de Lille' van Paul Pavoas worden in 1547 een Jehan de Bruelle genoemd, zoon van Guillebert, vader van George, in 1546 Guillemo de Brul, zoon van Jehan, in 1546 Toussains de Bruel, zoon van Pierre, in 1530 Gerard de Brull, zoon van Jehan, in 1527 Jabn du Brue, zoon van Gilles, in 1521 Jaspart du Bruel, zoon van Brisse, in 1544 Pierre du Brull, zoon van Johan.
Bij haar huwelijk op 31-05-1603 te Amsterdam was Anthonis Schleicher haar voormomber. geassissisteert mit Antoine Sleicher hare voormomber dewelke v[er]claerde vast te stane voor des vaders consent
Anthony S(ch)licher was koopman uit Aken, die naar naar Holland kwam om handel te drijven. De exacte relatie met Catharina Hermans is onduidelijk.
Wolter Gijsbert en Segher Gijsberts zijn volgens WvT en HvT broers. Dot blijkt uit onderoek naar meerdere bronnen.
Segher woonde op de hoeve genaamd Twiller, Twijlre of Twilre of ook Cleyn Twiller waaruit ook blijkt dat er verwantschap is met het geslacht van Wolter Gijsbert dat afkomstig is van t'Willaer uit Scherpenzeel.
Wolter was beleend met groot Twillaer in Scherpenzeel en later Watergoor in Nijkerk.
(Peter van de Born)
Tynsboek 101 Nijkerk (1467-1485)
Fol.4
Goude seger gysbertsoins wyff myt hoeren kynderen alleer
It Thomas blome
Fol. 5 Goude seger gysberts soin huisfrou weduwe alleer It maes henrics van IIII mergen veens
In der Columpnen van putten inder prochien van nyekerck van dat hietet grawenveen daer aff den Thyns van elliken mergen IIII d
fol. 22 Aelt Seger gysberts soin alleer It Aelt van morsseler van III mergen
Grawenveen Fol 29vso Griet Arnt brantss wyff ende pueris alleer It Aernt henrich westvelincs van lande gecoft tegen gertruyd rensen alleer bessel henrics wyff van aller IIII alde gr ende van erve alleer maes andries blomens VIII gr tsamen VIII mergen gelegen op slichtenhorsterbroick maict tsamen XVI s So blyft op Arnt VIII s
It Seger gysberts sal betalen van den voirss summe van IIII mergen VIII s
Fol 205vso Item goude zeger gysbertss wyff mit oeren kynderen alleer Thomas blomen XXII s
Fol 206 Item henrick Reynerss alleer goude zeger gysbertss huysfrou wedue alleer maes henricks van IIII mergen veens XVI d
fol 241 Item Aelt zeger gysberts alleer peter van hoirssenvoirde van VIII mergen veens II s VIII d alleer hermans van staveren
Tynsboek 103 (1502-1555) Fol 15 Aelt Zeger Ghysberts,(Arys Aelts),alleer Thomas Blome 22 st.(Aris Aelts). (Henrick v Henneckeler sall betailen van Gijsbert Henricxs somme die hyr vanc doirgedain ys. 1 alt gr). (Peel Rant sal oich betailen van Gysbert Henrixs somme vurs. die vanc doirgedain ys. 1 alt gr.).
fol 24
Henrick Reyners,(Arrys Aelts),alleer Goude,Zeger Ghysberts wedue,alleer Maes Henricks van 4 mrg veens 16 den. (Reyner Goertss).
Fol 122 Aelt Zeger Ghijsberts,(nb.Andries Aelts),van 4 mrg gelegen op Slichtenhorsterbroick, alleer Arnt Henrick Westvelincks 8 st. (Hz.Andries Aeltzs).
Fol 159 Aelt Zeger Gijsbertz,(Arys Ailts),alleer Peter v Horssenvoirde van 8 mrg veens alleer Hermans v Staveren 2 st. 8 den. (Arys Ailtss).
documenten Twiller en historie...
Tijnsgoed_Twiller.htm
Tynsboek 101 Nijkerk (1467-1485)
Fol.4 Goude seger gysbertsoins wyff myt hoeren kynderen alleer
It Thomas blome
Fol. 5 Goude seger gysberts soin huisfrou weduwe alleer
It maes henrics van IIII mergen veens
volgens het Register van overleden keurmedigen van de kelnarij van Putten 1389-1681, bewerkt door E.L. Steinmeier, Barneveld 1993, heeft (blz. 60 1547-3) Gosen van Westenappel zijn hoofdgeld t/m 1544 betaald. 1556-14) "Anno 55 obijt Nova Ecclesia Goesen van Westenappel et Ailt Zegersen gener defuncti emit cormedam pro 6. flor. Holl. solvit totum tali conditione si mater uxoris restituerit 6 illos flor. potestatem habebit auferendi lectum, quod ipse tulerat." Vertaald betekent dit: In het jaar (15)55 overleed te Nijkerk Gosen van Westenappel en Aalt Zegersen, schoonzoon van de overledene, heeft zijn keurmede gekocht voor 6 Hollandse guldens. Hij heeft het hele bedrag betaald onder deze voorwaarde dat als de moeder van zijn echtgenote die 6 guldens zal vergoeden, hij gemachtigd zal zijn het bed weg te nemen dat hij zelf heeft gebracht
<brP
1632 Missive van het Hof aan den rentmeester van Veluwe, houdende verzoek om bericht op het verzoekschrift van Aelt Zegess en diens vrouw betr. het goed Twyler
Datering: 1557 februari 9
0124 Hof van Gelre en Zutphen
Inventarisnummer:
986Vindplaats: Gelders Archief
Zie De Herengoederen op de Veluwe, deel 2 (uitgave VG, 1992) nrs 206 en 212 ook vermeld in VG 1999 blz 164
Nog jong Overleden "van de watersucht als men verstaet"
Hij kocht op 4 augustus 1550 het herengoed Twiller (Twijler of Twilre) op het buurtschap Slichtenhorst onder Nijkerk.
4-8-1550
Consent van transport door Jan Giesbers en Clara zijn echtgenote van hun aandeel in Twiller aan Aelt Zegers en Truide voor 700 Karolus guldens met consent vaan Aelt Zegers en Truide om Twijler te bezwaren ten behoeve van Jan Giesbers en Clara
Aelt en Truide ware "dat alste bloet"
20-5-1552 Aprobatie van een accoord tussen Aelt Zeghers en Truide (die Twilre gekocht hadden van jan Ghisberts en Clara) en Jacob Abelen œ Griete over de inlossing van 4 morgen land onder Twiller behorende voor 400 Carolus gld en approbatie van bezwaring gedurende zes jaar van deze 4 morgen door Aelt Zeghers ten behoeve van Jacob Abelen met een rente van 9 Philips gld van wege de 100 Philips gld en 100 Carolus gld die zij nog schuldig waren aan Jacob Abelen.
28-1-1562 Approbatie voor de betering van het niet tijdig aflossen van de bezwaring van 4 morgen onder Twiller met een jaarrente van 9 Philips gld ten behoeve van Andreas Aelts, momber van de onmondige kinderen van zaliger Aelt Zeghers, die in mei 1561 is overleden 'van de watersucht als met verstaet'
15-5-1575 Truijde Twillers, weduwe van Aelt Zegers, consetn om een kamp Twillers Camp genaamd, groot 4 morgen, pandschapsgewijze te mogen laten bezitten door jan Jacobs
30-3-1601 Reijntgen, weduwe van Goert Aertss van Twiller, oprukking na transport door haar schoonmoeder Truijde Twillers.
28-3-1610 Reijntgen, weduwe van Gerrit Aerts van Twiller, oprukking.
oprukking bekomen
is het uitstel verkrijgen van de verplichting als bezitter van een horig goed horig te worden.
Dit uitstel werd voor de tijd van zes jaar verleend tegen betaling van enige guldens (VG 1982 nr1 blz4-5)
GA. Brieven van en aan het Kwartier van Veluwe
Regest 1632 Missive van het Hof aan den rentmeester van Veluwe, houdende verzoek om bericht op het verzoekschrift van Aelt Zegerss en diens vrouw betr. het goed Twyler Datering: 1557 februari 9 Toegangsnummer: 0124 Hof van Gelre en Zutphen Inventarisnummer:986 Inzien
na de lijst van Adre Jansen. Hij stuurde volgende tekst
de lijst bevindt zich in Gelders Archief 0001 Graven, later hertogen, van Gelre, graven van Zutphen, inv.nr. 130.2 (wat ik meen ik ook Dion had doorgegeven). Het is een ingebonden verzameling van lijsten van horige personen en horige goederen waarvan een deel kopieën lijken, van elkaar dan wel van een andere niet- of elders bewaarde lijst. Grosso modo zijn de lijsten per ambt en in een logische volgorde opgebouwd. Twiller komt in het archiefstuk verscheidene malen voor. Het stukje dat u heeft ontvangen was het meest uitgebreide. Qua datering is het nog niet zo makkelijk. Er is wel een gedateerde lijst uit januari 1493. Mijn indruk is dat de lijst waarvan de foto is genomen wat ouder is. Of hij (c.q. het origineel) ook uit 1455 stamt zoals een extractenlijst van de kelnarij van Putten zegt, vraag ik me af. Die lijst uit het kelnarijarchief (Paul op den Brouw heeft een transcriptie gepubliceerd op zijn site odeeby) heeft uit de algemene lijst alleen die inschrijvingen gekopieerd ie relevant zijn voor de kelnarij, nl. de abtsgoederen en personen. Het noteren van die lijsten was belangrijk voor de hertogelijke inkomsten: horige lieden betaalden een hoofdtijns en verder kreeg hun heer een deel van hun erfenis. Van de horige goederen werden ook bedragen betaald bij overlijden etc. Daarnaast ontving de hertog herenguldens, niet alleen van de herengoederen maar ook van de abts- en vrouwengoederen, omdat(?) hij daarvan voogd was. (Geer)trui Gosens moet een dochter zijn geweest van Gosen van Westenappel. Hij komt bv. voor in de veetelling van 1526. De volgorde van die lijst is m.i. echter geen logische, je kunt uit de plaats van de namen niets afleiden t.a.v. de buren. Wel is de lijst geordend naar buurschap; hieruit blijkt dat Gosen in Slichtenhorst woonde. Het erf Westenappel waar Gosen zijn naam aan ontleende was een abtsgoed. Daardoor was de kans groot dat Gosen zelf ook een abtsman was. Dat blijkt te kloppen: volgens het Register van overleden keurmedigen van de kelnarij van Putten 1389-1681, bewerkt door E.L. Steinmeier, Barneveld 1993, heeft (blz. 60 1547-3) Gosen van Westenappel zijn hoofdgeld t/m 1544 betaald. In 1555 is hij overleden (blz. 75 1556-14) "Anno 55 obijt Nova Ecclesia Goesen van Westenappel et Ailt Zegersen gener defuncti emit cormedam pro 6. flor. Holl. solvit totum tali conditione si mater uxoris restituerit 6 illos flor. potestatem habebit auferendi lectum, quod ipse tulerat." Vertaald betekent dit: In het jaar (15)55 overleed te Nijkerk Gosen van Westenappel en Aalt Zegersen, schoonzoon van de overledene, heeft zijn keurmede gekocht voor 6 Hollandse guldens. Hij heeft het hele bedrag betaald onder deze voorwaarde dat als de moeder van zijn echtgenote die 6 guldens zal vergoeden, hij gemachtigd zal zijn het bed weg te nemen dat hij zelf heeft gebracht.
De transcriptie van de passage over Twiller luidt:
[in marge: Twyler]
Item Maes Jansen wonende opt guet to Twyler
eygen man eyhgen guet myns gen. lieven heren
ende heeft 1 kemerlinc tot enen wive. Dit
guet en is anders nyt gesplit dan dar is een
man int Sticht ind heefter hoifslaigen aff. Hoe
desen man vurs. heit en weet ic nijet.
Omgezet naar modern Nederlands:
"Item Maas Jansen wonende op het goed Twiller
eigen man van mijn genadige lieve heer [=hertog van Gelre]
en heeft een kamerling als vrouw. Dit
goed is verder niet gesplitst behalve dat er
een man in Sticht is die er hoefslagen van heeft.
[Hiermee worden landerijen ten noorden van de Slichtenhorsterweg bedoeld].
Hofhorig Abstman van het Benedictijner klooster Abdinkhot te Paderborn.
In beheer bij de Kelnarij van Putten
alleen van de herengoederen maar ook van de abts- en vrouwengoederen, omdat(?) hij daarvan voogd was.
(Geer)trui Gosens moet een dochter zijn geweest van Gosen van Westenappel. Hij komt bv. voor in de veetelling van 1526. De volgorde van die lijst is m.i. echter geen logische, je kunt uit de plaats van de namen niets afleiden t.a.v. de buren. Wel is de lijst geordend naar buurschap; hieruit blijkt dat Gosen in Slichtenhorst woonde.
Het erf Westenappel waar Gosen zijn naam aan ontleende was een abtsgoed. Daardoor was de kans groot dat Gosen zelf ook een abtsman was. Dat blijkt te kloppen: volgens het Register van overleden keurmedigen van de kelnarij van Putten 1389-1681, bewerkt door E.L. Steinmeier, Barneveld 1993, heeft (blz. 60 1547-3) Gosen van Westenappel zijn hoofdgeld t/m 1544 betaald.
1556-14) "Anno 55 obijt Nova Ecclesia Goesen van Westenappel et
Ailt Zegersen gener defuncti emit cormedam pro 6. flor. Holl. solvit totum tali conditione si mater uxoris restituerit 6 illos flor. potestatem habebit auferendi lectum, quod ipse tulerat."
Vertaald betekent dit: In het jaar (15)55 overleed te Nijkerk Gosen van Westenappel en Aalt Zegersen, schoonzoon van de overledene, heeft zijn keurmede gekocht voor 6 Hollandse guldens. Hij heeft het hele bedrag betaald onder deze voorwaarde dat als de moeder van zijn echtgenote die 6 guldens zal vergoeden, hij gemachtigd zal zijn het bed weg te nemen dat hij zelf heeft gebracht
volgens het Register van overleden keurmedigen van de kelnarij van Putten 1389-1681, bewerkt door E.L. Steinmeier, Barneveld 1993, heeft (blz. 60 1547-3) Gosen van Westenappel zijn hoofdgeld t/m 1544 betaald. 1556-14) "Anno 55 obijt Nova Ecclesia Goesen van Westenappel et Ailt Zegersen gener defuncti emit cormedam pro 6. flor. Holl. solvit totum tali conditione si mater uxoris restituerit 6 illos flor. potestatem habebit auferendi lectum, quod ipse tulerat." Vertaald betekent dit: In het jaar (15)55 overleed te Nijkerk Gosen van Westenappel en Aalt Zegersen, schoonzoon van de overledene, heeft zijn keurmede gekocht voor 6 Hollandse guldens. Hij heeft het hele bedrag betaald onder deze voorwaarde dat als de moeder van zijn echtgenote die 6 guldens zal vergoeden, hij gemachtigd zal zijn het bed weg te nemen dat hij zelf heeft gebracht
<brP
1632 Missive van het Hof aan den rentmeester van Veluwe, houdende verzoek om bericht op het verzoekschrift van Aelt Zegess en diens vrouw betr. het goed Twyler
Datering: 1557 februari 9
0124 Hof van Gelre en Zutphen
Inventarisnummer:
986Vindplaats: Gelders Archief
Zie De Herengoederen op de Veluwe, deel 2 (uitgave VG, 1992) nrs 206 en 212 ook vermeld in VG 1999 blz 164
Nog jong Overleden "van de watersucht als men verstaet"
Hij kocht op 4 augustus 1550 het herengoed Twiller (Twijler of Twilre) op het buurtschap Slichtenhorst onder Nijkerk.
4-8-1550
Consent van transport door Jan Giesbers en Clara zijn echtgenote van hun aandeel in Twiller aan Aelt Zegers en Truide voor 700 Karolus guldens met consent vaan Aelt Zegers en Truide om Twijler te bezwaren ten behoeve van Jan Giesbers en Clara
Aelt en Truide ware "dat alste bloet"
20-5-1552 Aprobatie van een accoord tussen Aelt Zeghers en Truide (die Twilre gekocht hadden van jan Ghisberts en Clara) en Jacob Abelen œ Griete over de inlossing van 4 morgen land onder Twiller behorende voor 400 Carolus gld en approbatie van bezwaring gedurende zes jaar van deze 4 morgen door Aelt Zeghers ten behoeve van Jacob Abelen met een rente van 9 Philips gld van wege de 100 Philips gld en 100 Carolus gld die zij nog schuldig waren aan Jacob Abelen.
28-1-1562 Approbatie voor de betering van het niet tijdig aflossen van de bezwaring van 4 morgen onder Twiller met een jaarrente van 9 Philips gld ten behoeve van Andreas Aelts, momber van de onmondige kinderen van zaliger Aelt Zeghers, die in mei 1561 is overleden 'van de watersucht als met verstaet'
15-5-1575 Truijde Twillers, weduwe van Aelt Zegers, consetn om een kamp Twillers Camp genaamd, groot 4 morgen, pandschapsgewijze te mogen laten bezitten door jan Jacobs
30-3-1601 Reijntgen, weduwe van Goert Aertss van Twiller, oprukking na transport door haar schoonmoeder Truijde Twillers.
28-3-1610 Reijntgen, weduwe van Gerrit Aerts van Twiller, oprukking.
oprukking bekomen
is het uitstel verkrijgen van de verplichting als bezitter van een horig goed horig te worden.
Dit uitstel werd voor de tijd van zes jaar verleend tegen betaling van enige guldens (VG 1982 nr1 blz4-5)
GA. Brieven van en aan het Kwartier van Veluwe
Regest 1632 Missive van het Hof aan den rentmeester van Veluwe, houdende verzoek om bericht op het verzoekschrift van Aelt Zegerss en diens vrouw betr. het goed Twyler Datering: 1557 februari 9 Toegangsnummer: 0124 Hof van Gelre en Zutphen Inventarisnummer:986 Inzien
na de lijst van Adre Jansen. Hij stuurde volgende tekst
de lijst bevindt zich in Gelders Archief 0001 Graven, later hertogen, van Gelre, graven van Zutphen, inv.nr. 130.2 (wat ik meen ik ook Dion had doorgegeven). Het is een ingebonden verzameling van lijsten van horige personen en horige goederen waarvan een deel kopieën lijken, van elkaar dan wel van een andere niet- of elders bewaarde lijst. Grosso modo zijn de lijsten per ambt en in een logische volgorde opgebouwd. Twiller komt in het archiefstuk verscheidene malen voor. Het stukje dat u heeft ontvangen was het meest uitgebreide. Qua datering is het nog niet zo makkelijk. Er is wel een gedateerde lijst uit januari 1493. Mijn indruk is dat de lijst waarvan de foto is genomen wat ouder is. Of hij (c.q. het origineel) ook uit 1455 stamt zoals een extractenlijst van de kelnarij van Putten zegt, vraag ik me af. Die lijst uit het kelnarijarchief (Paul op den Brouw heeft een transcriptie gepubliceerd op zijn site odeeby) heeft uit de algemene lijst alleen die inschrijvingen gekopieerd ie relevant zijn voor de kelnarij, nl. de abtsgoederen en personen. Het noteren van die lijsten was belangrijk voor de hertogelijke inkomsten: horige lieden betaalden een hoofdtijns en verder kreeg hun heer een deel van hun erfenis. Van de horige goederen werden ook bedragen betaald bij overlijden etc. Daarnaast ontving de hertog herenguldens, niet alleen van de herengoederen maar ook van de abts- en vrouwengoederen, omdat(?) hij daarvan voogd was. (Geer)trui Gosens moet een dochter zijn geweest van Gosen van Westenappel. Hij komt bv. voor in de veetelling van 1526. De volgorde van die lijst is m.i. echter geen logische, je kunt uit de plaats van de namen niets afleiden t.a.v. de buren. Wel is de lijst geordend naar buurschap; hieruit blijkt dat Gosen in Slichtenhorst woonde. Het erf Westenappel waar Gosen zijn naam aan ontleende was een abtsgoed. Daardoor was de kans groot dat Gosen zelf ook een abtsman was. Dat blijkt te kloppen: volgens het Register van overleden keurmedigen van de kelnarij van Putten 1389-1681, bewerkt door E.L. Steinmeier, Barneveld 1993, heeft (blz. 60 1547-3) Gosen van Westenappel zijn hoofdgeld t/m 1544 betaald. In 1555 is hij overleden (blz. 75 1556-14) "Anno 55 obijt Nova Ecclesia Goesen van Westenappel et Ailt Zegersen gener defuncti emit cormedam pro 6. flor. Holl. solvit totum tali conditione si mater uxoris restituerit 6 illos flor. potestatem habebit auferendi lectum, quod ipse tulerat." Vertaald betekent dit: In het jaar (15)55 overleed te Nijkerk Gosen van Westenappel en Aalt Zegersen, schoonzoon van de overledene, heeft zijn keurmede gekocht voor 6 Hollandse guldens. Hij heeft het hele bedrag betaald onder deze voorwaarde dat als de moeder van zijn echtgenote die 6 guldens zal vergoeden, hij gemachtigd zal zijn het bed weg te nemen dat hij zelf heeft gebracht.
De transcriptie van de passage over Twiller luidt:
[in marge: Twyler]
Item Maes Jansen wonende opt guet to Twyler
eygen man eyhgen guet myns gen. lieven heren
ende heeft 1 kemerlinc tot enen wive. Dit
guet en is anders nyt gesplit dan dar is een
man int Sticht ind heefter hoifslaigen aff. Hoe
desen man vurs. heit en weet ic nijet.
Omgezet naar modern Nederlands:
"Item Maas Jansen wonende op het goed Twiller
eigen man van mijn genadige lieve heer [=hertog van Gelre]
en heeft een kamerling als vrouw. Dit
goed is verder niet gesplitst behalve dat er
een man in Sticht is die er hoefslagen van heeft.
[Hiermee worden landerijen ten noorden van de Slichtenhorsterweg bedoeld].
OTE: Verkoopt rente op huizen aan alijt Wouters reeds bepand door: Peter steuns, antoon de witte,de wed. en kinderen van jacob van Haecht Jan de Coninck, steven de wit, jan back en mathijs van den branden
Eerste gekende vermelding: 1570-1610: Gabriel Felbier heeft een straatkelder van 12 voet diep en een kelderdeur van 1 voet diep (T. 166, f° 68 r°; T. 167, f° 193 r°). Bijkomende historische gegevens: 1630-1723: Gabriel Felbier betaalt voor het bovenstaande 3 st. Brab. (T. 169, f° 65 r°). 1719-1794: Er is een straatkelder waarop 3 st. moet betaald worden en een kelderdeur van 1,5 voet waarop 2,25 gr. betaald worden. In de marge 'solvit Bamis 1714' (T. 172, f° 133 r°).
Guldebrueder van de Schermers
Getuigschrift voor Thomas de Fonteni, nu ter Tijt gevangen met zijne huijsvrouwe ende Hanse Fonteni , zijnen sone tot Geldenaken boven Loven
Borg Niclaes Rattel, deken vender gulden Schermers Jan Luycas Ouderman Guillaume Coppyn, guldenbrueder Roelant van Stueele, guldebrueder Joos van den Vondel. vendelier vander selver gulden Francois van den Berge guldenbrueder Jan Ghyssels cnape van der selve gulden.
Gijsbert wordt genoemd als leenman in de leenboeken uit 1520.
DNL 1940 P.V. Inv. 14, deel 1607-09, proces no. 25
een dochter van Gijsbert Wolters en Elisabeth (Scholten van Vanevelt;
zie C.P.H. 1608 I I ) .
Haar broeder Wolter Gijsberts tr. Alijdt van Wenckum Bycketsdr.
(C.P.H. 1627 V, Henrick van Nulde contra Goetschalck Claessen; zie hierboven
aant. 94),
uit welk huwelijk drie zonen, Gijsbert, Amelis, en Rvkct, die den naam Van Twiller aannamen,
Wolter Gijsbert en Segher Gijsberts zijn volgens WvT en HvT broers. Dot blijkt uit onderoek naar meerdere bronnen.
Segher woonde op de hoeve genaamd Twiller, Twijlre of Twilre of ook Cleyn Twiller waaruit ook blijkt dat er verwantschap is met het geslacht van Wolter Gijsbert dat afkomstig is van t'Willaer uit Scherpenzeel.
Wolter was beleend met groot Twillaer in Scherpenzeel en later Watergoor in Nijkerk.
(Peter van de Born)
Tynsboek 101 Nijkerk (1467-1485)
Fol.4
Goude seger gysbertsoins wyff myt hoeren kynderen alleer
It Thomas blome
Fol. 5 Goude seger gysberts soin huisfrou weduwe alleer It maes henrics van IIII mergen veens
In der Columpnen van putten inder prochien van nyekerck van dat hietet grawenveen daer aff den Thyns van elliken mergen IIII d
fol. 22 Aelt Seger gysberts soin alleer It Aelt van morsseler van III mergen
Grawenveen Fol 29vso Griet Arnt brantss wyff ende pueris alleer It Aernt henrich westvelincs van lande gecoft tegen gertruyd rensen alleer bessel henrics wyff van aller IIII alde gr ende van erve alleer maes andries blomens VIII gr tsamen VIII mergen gelegen op slichtenhorsterbroick maict tsamen XVI s So blyft op Arnt VIII s
It Seger gysberts sal betalen van den voirss summe van IIII mergen VIII s
Fol 205vso Item goude zeger gysbertss wyff mit oeren kynderen alleer Thomas blomen XXII s
Fol 206 Item henrick Reynerss alleer goude zeger gysbertss huysfrou wedue alleer maes henricks van IIII mergen veens XVI d
fol 241 Item Aelt zeger gysberts alleer peter van hoirssenvoirde van VIII mergen veens II s VIII d alleer hermans van staveren
Tynsboek 103 (1502-1555) Fol 15 Aelt Zeger Ghysberts,(Arys Aelts),alleer Thomas Blome 22 st.(Aris Aelts). (Henrick v Henneckeler sall betailen van Gijsbert Henricxs somme die hyr vanc doirgedain ys. 1 alt gr). (Peel Rant sal oich betailen van Gysbert Henrixs somme vurs. die vanc doirgedain ys. 1 alt gr.).
fol 24
Henrick Reyners,(Arrys Aelts),alleer Goude,Zeger Ghysberts wedue,alleer Maes Henricks van 4 mrg veens 16 den. (Reyner Goertss).
Fol 122 Aelt Zeger Ghijsberts,(nb.Andries Aelts),van 4 mrg gelegen op Slichtenhorsterbroick, alleer Arnt Henrick Westvelincks 8 st. (Hz.Andries Aeltzs).
Fol 159 Aelt Zeger Gijsbertz,(Arys Ailts),alleer Peter v Horssenvoirde van 8 mrg veens alleer Hermans v Staveren 2 st. 8 den. (Arys Ailtss).
documenten Twiller en historie...
Tijnsgoed_Twiller.htm
Tynsboek 101 Nijkerk (1467-1485)
Fol.4 Goude seger gysbertsoins wyff myt hoeren kynderen alleer
It Thomas blome
Fol. 5 Goude seger gysberts soin huisfrou weduwe alleer
It maes henrics van IIII mergen veens
Scherpenzeels Leenboek Een rente van ƒ 5.- Karolus op het erf Groot Willaer. ..-.-14..: Jacob van ‘t Willaer, als getuige vermeld 1485, 107 fol. 19v.
Jacob had een Hofstede in Arnhem
2090 Burgerweeshuis te Arnhem Inventaris 9. Regesten Bookmark Delen Reageren Archiefdienst 40 Winant Ridder en Gelis ingen Nuwelant, schepenen te Arnhem, oorkonden dat Johan van Wetten en zijn vrouw Aleit aan Derick van Wetten, Johans vader, een jaarrente van 2 oude schilden hebben overgedragen, te betalen met Pasen, uit hun thans door henzelf bewoonde huis en hofstede, gelegen in de Overstrate tussen huis en hofstede van Jacob van Twiller en huis en hofstede van Metken Scheeres Datering:
1439 februari 6 [des vridaegs na Sente-Agathendach, der heiliger joncfrouwen] NB:
a) Oorspr., inv.nr. 392; met de enigszins geschonden zegels der oorkonders in groene was. b) Afschrift, inv.nr. 501, folio 89 verso. c) Afschrift, inv.nr. 502, folio 108. In dorso van het oorspr.: "Jan van Raetyngen, in der Overstraete van tween schilden", "Modo Hermen van Schevichaven", "1439, N 67, Oeverstraat" en, in potlood "LB" en "N 61". Boven afschrift b) staat dat het hier het huis van Jan van Ratynghen betreft. Boven afschrift c) onder meer: "No. 67" en "... uuijt der weeduwe van zaliger Jan van Schevichaven huijs in der Oeverstraet staende, modo Arndt van Schevichaven, brouwer". Vindplaats: Gelders Archief
Jacob wordt genoemd als leenman in de leenboeken uit 1521. brief van J.W van Maren Scherpenzeel-1979
Scherpenzeels Leenboek
5-8-1530: Bertout Willemsz. voor Grietje, zijn vrouw, natuurlijke dochter, bij overdracht door Jacob van ‘t Willaer, haar vader, te lossen, 141 fol. 51.
Gijsbert wordt genoemd als leenman in de leenboeken uit 1520.
Jacob wordt genoemd als leenman in de leenboeken uit 1439. brief van J.W van Maren Scherpenzeel-1979
In het Nedersticht zijn drie judicialen van de bisschop van Utrecht bewaard gebleven:
op blz 99 : jaar 1435 Item Jacob van Twijlre is Fijen Moeijen soen ende is gecomen van Aernhem tot desen tuyghe ende vermet hem erffgenaam van desen guede nae sijn dode.
op blz 96: jaar 1442. Item aldus tuycht Jacob van Twijlre, out ommethrent van 50 jaeren, dat hem kundich is dat Fije voerscreven geboeren waert in den jair doe men screeff negen des iersten jairs na den couden wijnter voerscreven omthrent alle Goits heyligen dage ende dat hem dyt te gehoegen is dat coemt toe want hem op die selve tijt een zuster geboeren waert dair he hoer ouder van weet. Ende Jacob voerscreven seecht dat Fije sijne ooms dochter is.
Scherpenzeels Leenboek Een rente van ƒ 5.- Karolus op het erf Groot Willaer. ..-.-14..: Jacob van ‘t Willaer, als getuige vermeld 1485, 107 fol. 19v.
Jacob had een Hofstede in Arnhem
2090 Burgerweeshuis te Arnhem Inventaris 9. Regesten Bookmark Delen Reageren Archiefdienst 40 Winant Ridder en Gelis ingen Nuwelant, schepenen te Arnhem, oorkonden dat Johan van Wetten en zijn vrouw Aleit aan Derick van Wetten, Johans vader, een jaarrente van 2 oude schilden hebben overgedragen, te betalen met Pasen, uit hun thans door henzelf bewoonde huis en hofstede, gelegen in de Overstrate tussen huis en hofstede van Jacob van Twiller en huis en hofstede van Metken Scheeres Datering:
1439 februari 6 [des vridaegs na Sente-Agathendach, der heiliger joncfrouwen] NB:
a) Oorspr., inv.nr. 392; met de enigszins geschonden zegels der oorkonders in groene was. b) Afschrift, inv.nr. 501, folio 89 verso. c) Afschrift, inv.nr. 502, folio 108. In dorso van het oorspr.: "Jan van Raetyngen, in der Overstraete van tween schilden", "Modo Hermen van Schevichaven", "1439, N 67, Oeverstraat" en, in potlood "LB" en "N 61". Boven afschrift b) staat dat het hier het huis van Jan van Ratynghen betreft. Boven afschrift c) onder meer: "No. 67" en "... uuijt der weeduwe van zaliger Jan van Schevichaven huijs in der Oeverstraet staende, modo Arndt van Schevichaven, brouwer". Vindplaats: Gelders Archief
Gijsbert wordt genoemd als leenman in de leenboeken uit 1429. brief van J.W van Maren Scherpenzeel-1979
Leeftijd aangenomen nav analogie van zoon Jacob gedocumenteerd als Item aldus tuycht Jacob van Twijlre, out ommethrent van 50 jaeren in het jaar 1442
Jacob wordt genoemd als leenman in de leenboeken uit 1439. brief van J.W van Maren Scherpenzeel-1979
In het Nedersticht zijn drie judicialen van de bisschop van Utrecht bewaard gebleven:
op blz 99 : jaar 1435 Item Jacob van Twijlre is Fijen Moeijen soen ende is gecomen van Aernhem tot desen tuyghe ende vermet hem erffgenaam van desen guede nae sijn dode.
op blz 96: jaar 1442. Item aldus tuycht Jacob van Twijlre, out ommethrent van 50 jaeren, dat hem kundich is dat Fije voerscreven geboeren waert in den jair doe men screeff negen des iersten jairs na den couden wijnter voerscreven omthrent alle Goits heyligen dage ende dat hem dyt te gehoegen is dat coemt toe want hem op die selve tijt een zuster geboeren waert dair he hoer ouder van weet. Ende Jacob voerscreven seecht dat Fije sijne ooms dochter is.
Het Willaer in Scherpenzeel
De naam t’ Willaer wordt voor het eerst genoemd in een document uit 1357.
Domarchief Utrecht nr 1378; 17-06-1357 (St Adolfsdag).
Daarin ruilt de dom-
proost van Utrecht een tijns met ridder Diederick van Lienden uit het goed Podelpoel in IJzerdoorn.
Het wordt geruild tegen een aantal tijnsen in Maarn en Scherpenzeel. Éen van die tijnzen in Scherpenzeel betreft een tijns van twee schellingen uit het goed ‘t Willaer, dat eigendom is van ridder Gijsbrecht van Sterckenberch die zelf op kasteel de Sterkenburg in Driebergen woonde.
http://www.vantwillert.net/album/geneafo/HuisHackfort.htm
Inventaris 288
Transcriptie (Peter van den Born) Alle den ghenen die desen brief sullen sien of horen lesen doe ic verstaen Ghiselbert van Twyller Jacobs zoon als een hof van den erve toe Wittenborch dat ghecomen syn Gode van Wyttenborch ende Lubborch syn echte wyff vor nu vor den richter ende vor tynsgenoten die hier na bescreven staen ende hebben nu opghedraghen den rechten eyghendom van den erve to Wyttenberch eghen ende eyndenA alst gheleghen is ende syt van nu helden to tynse jarlix om enen groten te tynse op sinte Mertensdach daer men bier ende broet mede copen mach welke vorss[eide] Wyttenberch ic hier verliet hebbeB ende verlie den rechten eyghendom Rutger Jacobs zoen ende Matgriten syne wive behouden? nu ende mine nacomelinghe enen tynd als vorss[eid] is daer die gheseide minen vier tynsghenoten als Johan van Scerpenzel Claes van Colvenscoten Evert van Arler Zweder van Glashorst ende ander vele gude lude in ord de des briefs besegelen want ic Ghisebert vorss[eid] als een hof op desen tyt ghene segel en hebbe daerom hebbe ic gebeden Johan van Scerpenzel als een tynghenote desen brief over nu te besegelen ende ic Johan vorss[eid] om beden will Ghiselbert vorghenoemt ende ic daer mede over sat als een tynsghenoet daerom soe hebbe ic desen brief besegelt mit minen segel want ic Meus van den Broke hier mede over sat als een richter daerom heb ic desen brief mede besegelt mit minen segel mit den hof ghegheven int jaer onses Heren dusent driehondert twe ende tseventich op sinte Katherienen dach.
BEWERKT UIT "SCHERPENZEELSE BOERDERIJEN EN HUN BEWONERS" door Henk van Woudenberg.
Hofstede Wittenberg van 1372-1933. De boerderij Wittenberg ligt al eeuwenlang te noordweste van Scherpenzeel. Van deze boerderij bestaat een heel oude akte uit 1372. Een bijzondere akte die een kijkje geeft in de situatie vaneen groot deel van Scherpenzeel in die tijd. Wat is er aan de hand? Wittenberg is verkocht en deze verkoop moet worden geregistreerd. Dat doet men in die tijd voor "een hof van den erve toe Wittenborch", het zogenaamde tijnshof met aan het hoofd de tijnsheer, de eigenaar van het gerecht waartoe Wittenberg behoort. Die tijnsheer heet Gijsbert Jacobsz van Twiller. Gezien zijn achternaam is hij eigenaar van ´t Willaer. Bij zo´n registratie zijn er ook getuigen aanwezig. Deze zogenaamde tijnsgenoten hebben ook bezittingen in hetzelfde gerecht. Het zijn in dit geval Elias van Colvenscoten, Ernst van Orlo (Orel), Sweder van Glashorst en Johan van Scherpenzeel. Als we aannemen dat deze mannen zich ook naar hun bezit hebben genoemd; Kolfschoten, Orel en Glashorst, dan blijkt dat de tijnshof Twiller in ieder geval ongeveer een derde deel van het huidige Scherpenzeel omvatte. Johan van Scherpenzeel speelt een aparte rol. Gijsbert Jacobsz van Twiller heeft op dat moment zijn zegel niet bij de hand. Daarom vraagt hij Johan van Scherpenzeel om namens hem te zegelen. De bezittingen van Johan van Scherpenzeel binnen dit gerecht zijn niet bekend. Geschiedschrijvers vermoedden al dat er vroeger kleinere gerechten geweest moeten zijn, die op een gegeven moment samengevoegd worden. Zo is Scherpenzeel waarschijnlijk ook ontstaan en één van de gerechten heette Twiller. De naam Wittenberg staan in de akte als Wyttenborch. Dus borch in plaats van berg. Het woord borch komt terug in het woord burcht dat erop zou kunnen duiden dat er een versterkt huis heeft gestaan.
Tot zover de achtergrond van de akte. Want wie verkochten en wie kochten Wittenberg? Hun namen staan ook in de akte. Gode van Wittenborch en zijn vrouw Lubborch verkopen het aan Rutger Jacobsz en zijn vrouw Margriet. Achternamen hebben de vrouwen in die tijd nog niet. De nieuwe eigenaren moeten jaarlijks op St. Maarten (11 nov.) een bedrag, een tijns, aan de tijnsheer betalen. In dit geval "enen groten"" daer men bier ende broet mee copen mach. "Enen groten" is een geldstuk met de naam "een grote konings toernooi". Blijkbaar mag men in plaats van geld ook betalen met bier en brood. In deze akte wordt ook de eerst bekende schout van Scherpenzeel genoemd: richter Meus van den Broke. In 1416 komt ´Wittenberch´ voor in een lijst van de erven die tiend moeten betalen aan de St. Paulusabdij uit Utrecht. In 1467 moet de nalatenschap van Otto, heer van Scherpenzeel verdeeld worden 3 . Zijn oudste zoon Godert/Gerrit erft de heerlijkheid Scherpenzeel en nu moet de rest gedeeld worden met zijn drie broers Dirck, Goosen en Carcelis van Scherpenzeel. Dirck van Scherpenzeel krijgt Wittenberg toebedeeld met honderd Averlandse Keurvorsten Rijnsgulden. Dit geld wordt omgezet in een hypotheek die niet binnen zes jaar mag worden afgelost. Godert/Gerrit moet zijn broer elk jaar 5 Rijnsgulden rente betalen. Broer Goosen krijgt twee jaar lang de opbrengst van het hout uit de Scherpenzeelse bossen. Broer Carcelis krijgt het geld dat zijn vader tegoed had van de Hertog van Gelre. In 1476 blijkt Godert/Gerrit van Scherpenzeel eigenaar te zijn in plaats van zijn broer Dirck.
Gijsbert wordt genoemd als leenman in de leenboeken uit 1429. brief van J.W van Maren Scherpenzeel-1979
Leeftijd aangenomen nav analogie van zoon Jacob gedocumenteerd als Item aldus tuycht Jacob van Twijlre, out ommethrent van 50 jaeren in het jaar 1442
Ghisebert wordt genoemd in Gelders Archief 0520 Huis Hackfort als zijnde Jacobszoon.
Inv 11 Ghiselbert van Twiller Jacobszoon, als "hof" van het goed te Wittenborch, oorkondt, dat Gode van Wittenborch en zijn vrouw Lobborch mede ten overstaan van richter en tynsgenoten, het goed te Wittenborch overdragen aan Rutgher Jacobsz. en diens vrouw Margryte.
Het Willaer in Scherpenzeel
De naam t’ Willaer wordt voor het eerst genoemd in een document uit 1357.
Domarchief Utrecht nr 1378; 17-06-1357 (St Adolfsdag).
Daarin ruilt de dom-
proost van Utrecht een tijns met ridder Diederick van Lienden uit het goed Podelpoel in IJzerdoorn.
Het wordt geruild tegen een aantal tijnsen in Maarn en Scherpenzeel. Éen van die tijnzen in Scherpenzeel betreft een tijns van twee schellingen uit het goed ‘t Willaer, dat eigendom is van ridder Gijsbrecht van Sterckenberch die zelf op kasteel de Sterkenburg in Driebergen woonde.
http://www.vantwillert.net/album/geneafo/HuisHackfort.htm
Inventaris 288
Transcriptie (Peter van den Born) Alle den ghenen die desen brief sullen sien of horen lesen doe ic verstaen Ghiselbert van Twyller Jacobs zoon als een hof van den erve toe Wittenborch dat ghecomen syn Gode van Wyttenborch ende Lubborch syn echte wyff vor nu vor den richter ende vor tynsgenoten die hier na bescreven staen ende hebben nu opghedraghen den rechten eyghendom van den erve to Wyttenberch eghen ende eyndenA alst gheleghen is ende syt van nu helden to tynse jarlix om enen groten te tynse op sinte Mertensdach daer men bier ende broet mede copen mach welke vorss[eide] Wyttenberch ic hier verliet hebbeB ende verlie den rechten eyghendom Rutger Jacobs zoen ende Matgriten syne wive behouden? nu ende mine nacomelinghe enen tynd als vorss[eid] is daer die gheseide minen vier tynsghenoten als Johan van Scerpenzel Claes van Colvenscoten Evert van Arler Zweder van Glashorst ende ander vele gude lude in ord de des briefs besegelen want ic Ghisebert vorss[eid] als een hof op desen tyt ghene segel en hebbe daerom hebbe ic gebeden Johan van Scerpenzel als een tynghenote desen brief over nu te besegelen ende ic Johan vorss[eid] om beden will Ghiselbert vorghenoemt ende ic daer mede over sat als een tynsghenoet daerom soe hebbe ic desen brief besegelt mit minen segel want ic Meus van den Broke hier mede over sat als een richter daerom heb ic desen brief mede besegelt mit minen segel mit den hof ghegheven int jaer onses Heren dusent driehondert twe ende tseventich op sinte Katherienen dach.
BEWERKT UIT "SCHERPENZEELSE BOERDERIJEN EN HUN BEWONERS" door Henk van Woudenberg.
Hofstede Wittenberg van 1372-1933. De boerderij Wittenberg ligt al eeuwenlang te noordweste van Scherpenzeel. Van deze boerderij bestaat een heel oude akte uit 1372. Een bijzondere akte die een kijkje geeft in de situatie vaneen groot deel van Scherpenzeel in die tijd. Wat is er aan de hand? Wittenberg is verkocht en deze verkoop moet worden geregistreerd. Dat doet men in die tijd voor "een hof van den erve toe Wittenborch", het zogenaamde tijnshof met aan het hoofd de tijnsheer, de eigenaar van het gerecht waartoe Wittenberg behoort. Die tijnsheer heet Gijsbert Jacobsz van Twiller. Gezien zijn achternaam is hij eigenaar van ´t Willaer. Bij zo´n registratie zijn er ook getuigen aanwezig. Deze zogenaamde tijnsgenoten hebben ook bezittingen in hetzelfde gerecht. Het zijn in dit geval Elias van Colvenscoten, Ernst van Orlo (Orel), Sweder van Glashorst en Johan van Scherpenzeel. Als we aannemen dat deze mannen zich ook naar hun bezit hebben genoemd; Kolfschoten, Orel en Glashorst, dan blijkt dat de tijnshof Twiller in ieder geval ongeveer een derde deel van het huidige Scherpenzeel omvatte. Johan van Scherpenzeel speelt een aparte rol. Gijsbert Jacobsz van Twiller heeft op dat moment zijn zegel niet bij de hand. Daarom vraagt hij Johan van Scherpenzeel om namens hem te zegelen. De bezittingen van Johan van Scherpenzeel binnen dit gerecht zijn niet bekend. Geschiedschrijvers vermoedden al dat er vroeger kleinere gerechten geweest moeten zijn, die op een gegeven moment samengevoegd worden. Zo is Scherpenzeel waarschijnlijk ook ontstaan en één van de gerechten heette Twiller. De naam Wittenberg staan in de akte als Wyttenborch. Dus borch in plaats van berg. Het woord borch komt terug in het woord burcht dat erop zou kunnen duiden dat er een versterkt huis heeft gestaan.
Tot zover de achtergrond van de akte. Want wie verkochten en wie kochten Wittenberg? Hun namen staan ook in de akte. Gode van Wittenborch en zijn vrouw Lubborch verkopen het aan Rutger Jacobsz en zijn vrouw Margriet. Achternamen hebben de vrouwen in die tijd nog niet. De nieuwe eigenaren moeten jaarlijks op St. Maarten (11 nov.) een bedrag, een tijns, aan de tijnsheer betalen. In dit geval "enen groten"" daer men bier ende broet mee copen mach. "Enen groten" is een geldstuk met de naam "een grote konings toernooi". Blijkbaar mag men in plaats van geld ook betalen met bier en brood. In deze akte wordt ook de eerst bekende schout van Scherpenzeel genoemd: richter Meus van den Broke. In 1416 komt ´Wittenberch´ voor in een lijst van de erven die tiend moeten betalen aan de St. Paulusabdij uit Utrecht. In 1467 moet de nalatenschap van Otto, heer van Scherpenzeel verdeeld worden 3 . Zijn oudste zoon Godert/Gerrit erft de heerlijkheid Scherpenzeel en nu moet de rest gedeeld worden met zijn drie broers Dirck, Goosen en Carcelis van Scherpenzeel. Dirck van Scherpenzeel krijgt Wittenberg toebedeeld met honderd Averlandse Keurvorsten Rijnsgulden. Dit geld wordt omgezet in een hypotheek die niet binnen zes jaar mag worden afgelost. Godert/Gerrit moet zijn broer elk jaar 5 Rijnsgulden rente betalen. Broer Goosen krijgt twee jaar lang de opbrengst van het hout uit de Scherpenzeelse bossen. Broer Carcelis krijgt het geld dat zijn vader tegoed had van de Hertog van Gelre. In 1476 blijkt Godert/Gerrit van Scherpenzeel eigenaar te zijn in plaats van zijn broer Dirck.